Kerk & religie

Eeuwige erfenis

Psalm 119:111

Edmund Calamy
12 May 2022 07:43
beeld RD
beeld RD

„Ik heb Uw getuigenissen genomen tot een eeuwige erve: want zij zijn mijns harten vrolijkheid.”

Een ware heilige moet zich vermaken in Gods Wet, omdat het zijn erfenis is. „Ik heb Uw getuigenis genomen tot een eeuwige erve: want zij zijn mijns harten vrolijkheid” (Psalm 119:111). Omdat Gods Woord zijn eeuwige erfenis is, daarom is het zijns harten vrolijkheid. Hij vindt daarin zoetigheid.

Vermaak is niet anders dan een beweging van de ziel, voortkomend uit de zoetigheid van het voorwerp waarvan wij genieten. Dingen die goed en zoet, tegenwoordig en smakelijk zijn, zijn het voorwerp van ons vermaak. En dit is het Woord van God voor iedere heilige. De Wet des Heeren is zoeter dan honig en honigzeem, verblijdende het hart (Psalm 19:8, 11). Zo ook in Psalm 119:103: „Hoe zoet zijn mij Uw redenen mijn gehemelte geweest, meer dan honig mijn mond.”

Een ware heilige moet zich daarin verblijden omdat het zo zoet en smakelijk is. Hij bemint ook Gods Wet. Nu, dat wat wij lief hebben, daarin hebben wij vermaak wanneer wij ervan genieten. Een ware heilige bemint niet alleen Gods Wet, maar hij bemint ze zeer. Mijn ziel onderhoudt uw getuigenis, en ik heb ze zeer lief (Psalm 119:167). Een ware heilige kan zeggen met David: „Hoe lief heb ik Uw Wet, zij is mijn betrachting de ganse dag.” En ook: „Ik heb Uw geboden lief, meer dan goud, ja meer dan het fijnste goud” (Psalm 119:72).

Edmund Calamy,
predikant te Londen

(”De ark van de vromen”, 1658)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer