In een rapport waarschuwt Carbon Tracker dat die risico’s ook gelden voor beleggers in oliebedrijven. Mocht die technologie namelijk onvoldoende goed werken dan lopen de bedrijven kans op juridische vervolging, sancties van overheden en reputatieschade. Maar ook het klimaat loopt gevaar als blijkt dat die technologieën in de praktijk onvoldoende werken, aldus de onderzoekers.

„De meeste van die technologieën zijn nog in een vroege fase van ontwikkeling, met weinig grote projecten die nu werken op een schaal die nodig is om bij te dragen aan de doelstellingen van bedrijven om de uitstoot te verlagen. Oplossingen waarbij bomen worden geplant om CO2 op te vangen hebben enorme gebieden aan land nodig. Het is maar de vraag of deze technologieën technisch haalbaar of economisch rendabel zijn gezien de enorme kosten”, zegt een analist van Carbon Tracker in het rapport.

In het onderzoek keek Carbon Tracker naar de vijftien grootste beursgenoteerde olieconcerns, zoals Shell, BP, TotalEnergies, Eni, Repsol, Equinor, Chevron, ConocoPhillips en ExxonMobil. Volgens de denktank heeft het Italiaanse Eni het sterkste beleid voor het verlagen van de uitstoot. Amerikaanse maatschappijen vormen juist de achterhoede.

Carbon Tracker stelt dat financiële instellingen zoals pensioenfondsen de klimaatdoelstellingen van bedrijven nauwlettend moeten onderzoeken. Ook moeten ze kijken of de plannen die energieconcerns hebben om de uitstoot te verlagen praktisch haalbaar en ook geloofwaardig zijn. De beste manier voor bedrijven om de klimaatimpact en risico’s bij de energietransitie voor investeerders te verminderen is door het afbouwen van bestaande productie en niet te investeren in nieuwe olie- en gasprojecten, zegt de denktank.