Jihad (21) roept niet op tot heilige oorlog
De naam Jihad, vaak vertaald als heilige oorlog, is niet geschikt om aan je kind te geven. Dat oordeelde het Marokkaanse consulaat in Amsterdam deze week. De kersverse ouders van een pasgeboren meisje moeten op zoek naar een nieuwe naam. „Belachelijk”, vindt de 21-jarige Jihad Alariachi uit Amsterdam. „Op dat consulaat maken ze van een mug een olifant.”
Jihad is trots op haar naam. „Ik heb er eigenlijk nooit veel reacties op gehad. Pas na 11 september 2001 en zeker ook na de moord op Van Gogh reageren sommige mensen negatief. Maar ik ben blij dat ik geen Fatima of Aisha heet. Zo heten al zo veel Marokkaanse meisjes.”
Dat kan wel zijn, vindt het Marokkaanse consulaat in de hoofdstad, maar er zijn grenzen. Een meisje dat op 27 november in het Amsterdamse stadsdeel De Baarsjes werd geboren, mag van het consulaat de omstreden naam niet met zich meedragen. De ambtenaar van de burgerlijke stand had er geen moeite mee, maar omdat het meisje zowel de Nederlandse als de Marokkaanse nationaliteit heeft, moet ook het consulaat de naam accepteren.
Stadsdeel De Baarsjes heeft nu een brief gestuurd naar de ouders van de boreling met daarin het verzoek om snel te komen praten over de kwestie. Volgens een woordvoerder van het stadsdeel hanteert het Marokkaanse consulaat een lijst met namen die zijn toegestaan. Hij verbaast zich erover dat er nu ophef ontstaat, omdat het al veel vaker voorkwam dat kinderen Jihad werden genoemd. „Daarover zijn er nooit problemen geweest.”
Naamgenoot van de baby Jihad Alariachi kan erover meepraten. De 21-jarige Amsterdamse kreeg haar naam bij haar geboorte zonder problemen. „Toen werd er nog niet meteen een verband gelegd met terrorisme en zulke enge dingen”, zegt ze. Ook haar ouders hadden allerminst het doel hun dochter een provocerende naam mee te geven. „Toen mijn moeder zwanger van mij was, keek zij naar een tv-serie waarin een meisje de naam Jihad droeg. Dat vond ze een mooie naam.”
Jihad weet dat haar naam letterlijk ”inspanning voor het geloof” of ”innerlijke strijd” betekent. „Dat kán inderdaad door middel van de heilige oorlog. Zeker vroeger speelde dat een rol, bijvoorbeeld toen moslims hun geloof niet konden praktiseren omdat ze tussen de joden woonden. Voor hen was de heilige oorlog dan de belangrijkste mogelijkheid waarmee ze vorm konden geven aan de jihad.”
Volgens Jihad is deze engere betekenis een eigen leven gaan leiden. „Vroeger kreeg ik soms reacties als: O, wat een mooie naam, wat apart! Nu stuit ik regelmatig op onbegrip. Vlak na 11 september 2001 vond ik mijn naam soms best lastig. Als ik een mailtje stuurde, vroeg ik me af wat de ontvanger zou denken als die Jihad in zijn inbox tegenkwam. Maar als ik jou iets vertel over mijn geloof, ben ik ook met de jihad bezig. Of als ik met mijn geest met bepaalde geloofsonderwerpen worstel, kan dat ook tot de jihad horen. Dan ben ik echt niet bezig met een oproep tot de heilige oorlog.”
De jonge Amsterdamse is ook anno 2004, nu het woord jihad meteen associaties oproept met kapers en Mohammed B., trots op haar naam. „Mijn ouders hebben immers geen provocerende redenen gehad om mij zo te noemen. En zelfs al zou dat wel zo zijn, dan nóg vind ik het gewoon een mooie naam. Ik vind dat de ouders van dat pasgeboren meisje gewoon lak moeten hebben aan wat het consulaat zegt. Kijk, Piet of Miep vind ik persoonlijk ouderwetse namen. Maar daar gaat het toch niet om? Hoe zwaar de lading ook is, mij gaat het om de werkelijke inhoud en de mooie klank.”
Als Jihad een dochter zou hebben, zou ze die gerust haar eigen naam geven, zegt ze. „Ik zal het niet zo gauw doen omdat ik niet zo van vernoemen houd, maar dat is wat anders. Ik geef mijn dochters liever namen die nóg aparter zijn. Hezbollah of zoiets.” Met een lach: „Nee hoor, dat meende ik niet.”
Wat de Amsterdamse wel meent, is „dat je erg kortzichtig bent als je over een naam als Jihad zo moeilijk doet als dat nu het consulaat doet.” Jihad begrijpt de medewerkers van het consulaat niet. „Ik weet dat onder hen nauwelijks overeenstemming bestaat over wat wel en niet kan. Een vriendin van mij wilde haar dochter Emira noemen. Dat betekent prinses of koningin. Volgens een medewerker van het consulaat mocht dat niet, omdat die naam voorbehouden zou zijn aan het koningshuis. Maar toen ze later terugkwam, kon het wel. Het ligt er gewoon aan wie je voor je hebt.”