Marechaussees in eerste helft mei naar Oekraïne voor onderzoek
De dertig Nederlandse marechaussees die naar Oekraïne afreizen voor onderzoek naar oorlogsmisdaden vertrekken „in de eerste helft van mei”, zegt buitenlandminister Wopke Hoekstra. Zij blijven voor een periode van twee weken in de omgeving van de hoofdstad Kiev, onder de vlag van het Internationaal Strafhof.
Donderdag meldden bronnen al aan het ANP dat Nederland enkele tientallen marechaussees zou sturen voor het onderzoek. Nederland heeft mede door het onderzoek naar de ramp met de MH17 al veel kennis opgedaan op forensisch vlak. Vrijdag werd het definitief besloten in de ministerraad.
Het is volgens Hoekstra „niet uit te sluiten” dat de onderzoekers ook naar Boetsja gaan, de voorstad van Kiev waar een bloedbad werd aangericht. De honderden omgekomen burgers die er zijn aangetroffen, zijn volgens Oekraïne gedood door Russische soldaten. Hoekstra benadrukt wel dat het aan het Strafhof is waar onderzoek wordt gedaan en wil verder „voorzichtig zijn met speculatie”.
In een brief aan de Tweede Kamer schrijft Hoekstra dat er verschillende risico’s zijn voor de onderzoekers. Zo zijn militaire installaties „door het hele land”, dus ook in en om Kiev, mogelijk doelwit voor Russische aanvallen met raketten of andere projectielen. Ook vormen niet-ontplofte munitie en boobytraps „een reëel risico” in het werkgebied.
Om de risico’s te beperken heeft het team beveiliging. Ook is er gepantserd transport, medische hulp en expertise met het opruimen van explosieven. Het is niet mogelijk om de onderzoekers te evacueren, mocht het nodig zijn. Wel zijn er plannen om uit te wijken naar de Pools-Oekraïense grens, of naar veilige plekken in Kiev.