Koninklijk Huis

Willem Lodewijk: stadhouder in oorlog en vredestijd

De Friese stadhouder Willem Lodewijk van Nassau heeft vrij veel militaire successen geboekt, maar ook heel wat tegenslagen ondervonden. Dat betreft zowel zijn huwelijk als zijn inzet in de oorlog tegen de Spaanse tirannie.

Dr. Harm Veldman
25 April 2022 20:48
Graftombe in de Grote of Jacobijnerkerk in Leeuwarden. beeld RD
Graftombe in de Grote of Jacobijnerkerk in Leeuwarden. beeld RD

Hij bleef strijdbaar, zeker in de grote kwestie met de remonstranten tijdens het Twaalfjarig Bestand (1609-1621).

Op of omstreeks 22 november 1587 trouwde graaf Willem Lodewijk met zijn volle nicht Anna van Oranje, dochter van Willem van Oranje en Anna van Saksen. Ze kenden elkaar al jaren, want Anna groeide ook op in kasteel de Dillenburg. Hun oma Juliana van Stolberg schijnt grote invloed op hun leven te hebben gehad.

Sinds 1581 had Willem Lodewijk liefdesgevoelens voor Anna, maar het was de vraag of die tot een huwelijk konden leiden. Immers, als volle neef en nicht was het officieel niet toegestaan met elkaar te trouwen. In ieder geval maakte vader Jan van Nassau er stevig bezwaar tegen. Hij had ook bezwaren van financiële aard, omdat Anna en haar familie veel schulden hadden. Maar als God dit toch wilde, moest men het accepteren, zo werd de redenering. Ook enkele gereformeerde predikanten werden bij deze zaak betrokken en ook zij waren mild en gaven, ondanks bezwaren, toch hun goedkeuring aan het vorstelijke huwelijk. Uit de nalatenschap van Willem van Oranje kreeg gravin Anna een jaarrente van 2000 gulden.

Weduwnaar

Op 2 mei 1587 werd het huwelijkscontract getekend; op 10 november ging het paar in Delft in ondertrouw en enkele weken later vonden op het Botniahuis in Franeker de huwelijkssluiting en de bruiloft plaats. Het paar vestigde zich in Leeuwarden in het stadhouderlijk hof. Hun huwelijksgeluk heeft maar kort geduurd: voorjaar 1588 werd Anna ernstig ziek, terwijl ze in verwachting was van hun eerste kind. Door veel pijnen verzwakte Anna. Ze overleed in Franeker op 23 juni 1588.

18180642.JPG
Willem Lodewijk. beeld Rijksmuseum

Willem Lodewijk heeft niet weer een huwelijk gezocht. Vader Jan van Nassau zond zijn zoon een bundel preken van Johannes Calvijn die op verzoek van graaf Jan in het Duits waren vertaald; ze bevatten volgens vader de ware troost „voor alle bedrukten, bedroefden en bekommerden.”

Spanjaarden

De oorlog tegen de Spaanse tirannie ging in Groningen na de overgang van stadhouder Rennenberg naar de Spaanse kant met kracht door. Graaf Willem Lodewijk streed op 30 september 1581 in de slag bij Noordhorn samen met troepen van de Engelsman Norrits. Ze verloren de slag en Willem Lodewijk raakte er ook nog bij gewond.

Dat gebeurde ruim twee maanden na het overlijden van Rennenberg. Toen stond stadhouder Verdugo voor de taak de ‘opstandige’ Ommelanden tot de orde te roepen. Dus wilde hij elke tegenactie zo snel mogelijk de kop indrukken. Daarvoor had hij op strategische locaties schansen –kleine bolwerken– opgebouwd, waar de bemanning de toegangswegen naar de stad Groningen controleerde. Maar uiteindelijk wisten de troepen van Maurits en Willem Lodewijk alle schansen uit te schakelen, soms met een krijgslist, zoals te Enumatil. In oktober 1589 werd de schans Soltkamp veroverd door Willem Lodewijk. Zijn troepen controleerden nu de toegang via het Reitdiep naar Groningen.

Militaire hervormingen

De vernieuwingen van Maurits en Willem Lodewijk in het leger zijn van grote betekenis gebleken voor een vrije toekomst van de Nederlanden. Wie de situatie van 1587/1588 zou nagaan, kon weinig anders dan negatief oordelen over de kansen voor het winnen van een oorlog tegen het oppermachtige Spaanse leger.

Voor een helder overzicht –tot in vele details– moet men de studie van de 19e-eeuwse historicus Robert Fruin (1823-1899) ter hand nemen, ”Tien jaren uit de 80-jarige oorlog”. De strijd tegen Spanje werd gewonnen door een vernieuwd legerapparaat onder hoogst bekwame leiding. Men kreeg wetenschappelijke hulp van de wiskundige Simon Stevin.

In tien jaar tijd zag men de twee Nassause vorsten „de Nederlandse tuin sluiten.” Het geheim zat in een grondige vernieuwing van de organisatie van het leger, de disciplinering en de bewapening en het transport van de legereenheden die de prinsen tot hun beschikking hadden. Het klassieke Romeinse leger stond hen voor ogen. Het effect was formidabel. Tussen 1588 en 1598 bevrijdde het vernieuwde leger grote delen van de Republiek der Verenigde Nederlanden. In heel Europa werd dit met grote bewondering gevolgd.

Groningen

Door de zeer effectieve omsingelingstactiek –bekend als ”schansenkrijg”– wisten Maurits en Willem Lodewijk de stad Groningen van de buitenwereld af te sluiten. Op 22 juli 1594 gaf Verdugo de stad over, onder voorwaarde dat zijn soldaten een vrije aftocht kregen naar het zuiden. De onderhandelingen met de lokale autoriteiten waren geen bespreking met een overwonnen vijand, maar een gesprek van stadhouder Willem Lodewijk met nieuwe onderdanen. Het liep uit op de vaststelling van het Tractaat van Reductie: de terugkeer van de stad Groningen binnen de Unie van Utrecht. Daarbij werd vastgelegd dat Willem Lodewijk naast Friesland ook in Groningen en Drenthe stadhouder werd.

18180644.JPG
De Friese stadhouder trouwde in het Botniahuis in Franeker. beeld Wikimedia

Het was ook zijn beleid dat er na enkele dagen al een plechtige dankdienst werd gehouden in de Martinikerk: op 27 juli 1594 kwam op uitnodiging van de kersverse stadhouder de in Eelde geboren maar nu in Emden dienende predikant Menso Alting deze dienst leiden. Daarvoor was het kerkgebouw van alle roomse ornamenten ontdaan, of, zoals Alting het pregnant in zijn familiekroniek formuleerde: „alle afgodsbeelden waren eruit geworpen.” Ds. Alting preekte over Psalm 118:22-24, waar de Deux-Aesbijbel vermeldt: „De steen die de bouwlieden verworpen, is een hoeksteen geworden. Dat is vanden Heere gheschiet ende is een wonder voor onsen ooghen. Dat is den dagh dien de Heere maeckt: laet ons verheugen ende vrolick daer in zijn.”

Groningen kreeg in 1614 met steun van Willem Lodewijk ook een universiteit, met als eerste rector Ubbo Emmius. Psalm 119:105 was het logo: Het Woord des Heeren is een lamp voor onze voeten.

Oost-Friesland

De betrekkingen tussen de Oost-Friese havenstad Emden en de Nederlanden waren sterk. Willem Lodewijk heeft erover gedacht het Oost-Friese gebied bij de Unie van Utrecht te laten horen. Dat kon veel betekenen in de jaren van de in 1618 uitgebroken 30-jarige oorlog. Het plan is niet uitgevoerd, maar geeft wel aan dat Nederland bezorgd was over het welzijn van deze Duitse regio.

In de jaren 1609-1621 werd er officieel niet tegen de Spanjaarden gevochten. Zo was dat afgesproken. Op een paar incidenten na is dit ook de praktijk geweest. Maar er ontbrandde wel een felle kerkstrijd: die tussen remonstranten en gereformeerden (contraremonstranten). Met zelfs een politieke component die grote gevolgen kreeg.

Willem Lodewijk heeft in die tijd vaak met neef Maurits gesproken over de geloofsverschillen. Hij wist te bereiken dat de onkundige Maurits uiteindelijk partij koos voor de gereformeerden. En zo werd de weg gebaand naar een nationale synode die de geschillen moest behandelen.

Van Oldenbarnevelt

Maar daar was de Hollandse raadpensionaris Johan van Oldenbarnevelt het niet mee eens. Hij wilde alleen maar een Hollandse provinciale synode; deze zou hoogstwaarschijnlijk de remonstranten in het gelijk stellen. De meeste andere gewesten waren voor een nationale synode, die ongetwijfeld zou kiezen voor handhaving van de gereformeerde leer.

Om zijn idee kracht bij te zetten vormde Oldenbarnevelt met zijn medestanders in diverse steden kleine legertjes (waardgelders). Toen Maurits dit hoorde, besloot hij in overleg met de Staten-Generaal –de nationale regering– deze gevaarlijke actie tegen te gaan door in diverse steden ”de wet te verzetten”: een andere regering te installeren en de legertjes af te danken. Tegelijk liet hij Oldenbarnevelt en zijn belangrijkste medestanders (onder wie Hugo de Groot) arresteren, omdat zij de eenheid van het land in groot gevaar hadden gebracht.

De hoogste rechter beschouwde de actie van Oldenbarnevelt als hoogverraad wegens de reële kans op een burgeroorlog. Hij veroordeelde hem ter dood. Dat vonnis vond Willem Lodewijk te hard, maar het werd in 1619 wel voltrokken.

In 1618/1619 vond de Nationale Synode in Dordrecht plaats met als voorzitter ds. Johannes Bogerman uit Leeuwarden. Deze kerkvergadering kwam na lang beraad tot het besluit de remonstrantse leer af te wijzen en veel remonstrantse predikanten uit te wijzen.

Sterfbed

Willem Lodewijk werd op 13 mei getroffen door een beroerte, die hem na enkele weken het leven benam; hij overleed op 31 mei 1620. Bij het ziekbed was de bevriende ds. Bogerman regelmatig aanwezig. De laatste woorden van Willem Lodewijk waren volgens zijn lijfarts Nicolaus Mulerius: „O Heere, Uw wil geschiede.” Ook sprak hij volgens de privésecretaris nog de woorden: „Heere Jezus Christus, erbarm U mijner.”

Het lichaam van deze geliefde vorst werd na balseming met grote eer bijgezet in de grafkelder van de Grote of Jacobijnerkerk te Leeuwarden. De Friezen hebben hem de erenaam Us Heit gegeven: onze vader.

Dit is het slot van een drieluik over Willem Lodewijk. Eerdere afleveringen verschenen op 14 maart en 11 april. De uitvoerigste biografie over de stadhouder is van dr. L. H. Wagenaar uit 1904 (497 blz.).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer