Hoe kunnen de plannen van Van Rij uitpakken voor de belastingbetaler?
Staatssecretaris Van Rij heeft een brief aan de Kamer gestuurd. Daarin staat een plan voor het verleden, heden en de toekomst van box 3. Wat betekent dit voor alle beleggers die belasting in box 3 betalen?
In de brief concludeert het kabinet allereerst dat het (a) simpelweg terugbetalen van alle box 3 belastingopbrengsten over de jaren 2017 en volgende of (b) opvragen van het werkelijke rendement bij alle belastingplichtigen, geen reële oplossingen vormen vanwege de budgettaire derving en uitvoeringsproblemen.
Met het oog op de maatschappelijke rechtvaardigheid lijkt het kabinet er als uitgangspunt voor te kiezen om herstel te bieden aan de 60.000 belastingplichtigen van de inmiddels bekende massaalbezwaarprocedure, vooral aan spaarders. Het kabinet wil in ieder geval tegemoet komen aan spaarders: die worden belast op basis van de actuele spaarrente (rond de 0 procent).
Voor hen is van belang dat voor de jaren 2021 en 2022 alle belastingaanslagen in lijn zullen worden gebracht met het arrest van de Hoge Raad. Voor 2021 geldt dat belastingplichtigen via een (aanvullende) aangifte een en ander zullen kunnen gaan doorvoeren (inclusief een andere partnerverdeling). Onderzocht wordt of dit ook geregeld kan worden voor 2020. Hoe de eerdere jaren precies gaan uitpakken, blijft nog ongewis voor hen die geen bezwaar hebben gemaakt.
Mogelijk krijgen ook andere beleggers (die weinig rendement behaalden) een tegemoetkoming. Ook voor hen zou dan moeten worden aangesloten bij een gemiddeld jaarlijks rendement. Dit wordt dan berekend per vermogenscategorie in het desbetreffende belastingjaar.
De jaren 2023 en 2024 dienen overbrugd te worden voordat er in 2025 een geheel vernieuwde vermogens(aanwas)belasting ingevoerd kan worden. Uit onderzoek zou blijken dat invoering per 2023 uitvoeringstechnisch niet haalbaar is. Het kabinet is voornemens om voor deze jaren dezelfde benadering te hanteren als voor de jaren 2017 en volgende.
Belangrijk verschil ten opzichte van het rechtsherstel is dat de heffing over de jaren 2023 en 2024 hoger kan zijn dan in het huidige box 3-stelsel het geval zou zijn geweest. Degenen die voordeel hadden van de forfaitaire vermogenssamenstelling hoeven bij het rechtsherstel niet extra te betalen vanwege de afwezigheid van een wettelijke basis. Door de spoedwetgeving komt die wettelijke basis er voor toekomstige jaren wél. Belastingplichtigen die in toekomstige jaren voordeel zouden hebben gehad van de huidige forfaitaire vermogenssamenstelling in box 3, gaan door de spoedwetgeving meer belasting betalen.
Het kabinet stelt voor het box 3-stelsel vanaf 2025 vorm te gegeven als een vermogensaanwasbelasting. De huidige vermogensbelasting waarbij het vermogen per peildatum 1 januari werd genomen als grondslag, wordt van de hand gedaan. Algemene uitgangspunten van het nieuwe stelsel zijn dat jaarlijks belasting geheven wordt over de werkelijke genoten reguliere inkomsten uit vermogen die zich in het betreffende jaar hebben voorgedaan. Hier zal het laatste woord nog niet over zijn gezegd.
De auteur werkt bij HVK Stevens Belastingadvies