Kamer verdeeld over aanwijzing gemeenten voor opvang asielzoekers
De Tweede Kamer is verdeeld over het idee dat het kabinet gemeenten kan verplichten om vreemdelingen op te vangen. Ook binnen de coalitie zijn de verschillende partijen het er niet over eens, zo bleek tijdens een debat over de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne. Het kabinet onderzoekt de juridische mogelijkheden en komt naar verwachting voor de zomer met de bevindingen.
D66-Kamerlid Anne-Marijke Podt noemde de mogelijkheid om gemeenten opdracht te geven om een bepaald aantal mensen op te vangen een „verregaande bevoegdheid waar we zorgvuldig mee om moeten gaan”. Toch zei ze niet te begrijpen waarom dit voor Oekraïense vluchtelingen al mogelijk is gemaakt, maar voor asielzoekers uit andere landen nog niet. VVD’er Ruben Brekelmans verweet haar daarna gemeenten de opvang van asielzoekers „door de strot te duwen”.
Brekelmans sprak tijdens het debat zijn zorgen uit over de gevolgen die aanwijzingen voor de gemeenten zouden hebben voor het draagvlak voor de opvang in de samenleving. Daar maakte Don Ceder van de ChristenUnie weer bezwaar tegen. Volgens hem doet de VVD’er „alsof het Rijk het initiatief neemt”, terwijl het juist een verzoek was vanuit de gemeenten en de provincies. De Veiligheidsregio’s en de commissarissen van de Koning hadden het kabinet om dit soort aanwijzingen gevraagd, om te voorkomen dat sommige gemeenten veel meer doen dan andere. CDA’er Anne Kuik wees er bovendien op dat nood op de opvang in de gemeenten nu erg hoog is. „Hoe lang moeten we nog wachten om die druk te verlichten?”
De rechterkant van het kabinet reageerde juist sceptisch op het standpunt van de VVD. Gidi Markuszower van de PVV wilde weten wat de VVD zal doen als het kabinet eenmaal met een voorstel tot noodwetgeving komt. „Dus niet allemaal woorden, wat zou de VVD liever willen of wat zou beter zijn… Stemgedrag. Wat gaat de VVD stemmen als er noodwetgeving komt.” Die vraag wilde Brekelmans nog niet beantwoorden. „Dat hangt van de situatie af.” Hij zei dat de VVD het alleen wil overwegen als „een allerlaatste redmiddel”.