Rapport megaprojecten eindelijk af
Ruim een jaar na haar oprichting brengt de parlementaire commissie-Duivesteijn woensdag haar rapport uit over grote infraprojecten als de Betuwelijn en de hogesnelheidslijn HSL-Zuid. Om kwart over twaalf neemt Tweede-Kamervoorzitter Weisglas het ongetwijfeld lijvige stuk in ontvangst uit handen van PvdA-Kamerlid Duivesteijn, die de vijfkoppige commissie leidde.
De Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten (TCI), zoals de officiële naam luidt, werd op 11 november 2003 ingesteld. De Kamer was de enorme kostenoverschrijdingen bij dit soort miljardenprojecten zat en wilde uitgezocht hebben hoe het parlement meer greep daarop kan krijgen.
De meeste energie verbruikte de commissie aan de tientallen verhoren van ambtenaren, adviseurs, bouwers, (oud-)Kamerleden en (oud-)verkeersministers, die in september drie weken in beslag namen en een af en toe onthullend kijkje in de keuken gaven.
Drie maanden later zijn de verkeerspecialisten van de grote fracties benieuwd welke lessen voor de toekomst de commissie trekt en concreet met welke aanbevelingen voor een soort toetsingskader voor megaprojecten ze komt. En dat vooral met het oog op de mogelijke aanleg van de Zuiderzeelijn (ZZL), de snelle treinverbinding tussen Schiphol en Groningen.
„Alles wat de parlementaire controle versterkt, is goed", stelt CDA-Kamerlid Van Hijum. Collega Dijksma van de PvdA, die ook op die lijn zit, hoopt op een handvat om als parlement een verstandige koers te kunnen varen als het gaat om de ZZL.
Als het aan Dijksma ligt, bespreekt de Kamer al in januari het rapport van de commissie-Duivesteijn en wacht niet maanden daarmee, zoals gebeurde met het rapport-Blok over het integratiebeleid. De Kamer roept anders het beeld over zich af dat zij haar eigen mensen niet serieus neemt, aldus de PvdA’ster.