Politiechefs zeggen te weinig over dode undercoveragent
Vier teamleiders van een undercoveragent die zelfmoord pleegde, hebben te weinig verteld over hoe de agent is aangestuurd. De rechtbank in Breda heeft daarom vrijdag opgedragen dat ook de directe begeleiders van de agent moeten worden gehoord.
De undercoveragent deed anderhalf jaar lang onderzoek naar vermeend drugscrimineel Joop M. uit Zevenbergschen Hoek. De agent deed zich voor als joviale buurman, maar bezweek onder de druk toen hij een intieme relatie met de vrouw van M. kreeg. In april vorig jaar pleegde hij zelfmoord.
De rechtbank in Breda, die de strafzaak tegen M. behandelt, heeft in de afgelopen twee weken de vier betrokken chefs gehoord. Ze wil weten hoe het undercovertraject liep, of dat rechtmatig was en of er sprake was van normschendingen en in welke mate. De teamleiders konden zich veel niet herinneren. De rechtbank: „Er is bevestigd dat er in elk geval van augustus tot december 2020 geen operationele sturing is gegeven door de teamleider. Dat alles maakt dat wij onvoldoende zijn voorgelicht.”
De rechtbank merkte ook op dat er eerder al onvolkomenheden in het undercovertraject aan het licht kwamen. Ze noemde het gebrek aan sturing vanuit de leiding, dat processen-verbaal niet werden ondertekend, dat er een intieme relatie is ontstaan, maar ook dat de undercoveragent met het zoontje van M. naar de McDonald’s is geweest.
Wanneer de zaak verder gaat is nog niet bekend. De rechtbank hoopt de zaak voor de zomer inhoudelijk te behandelen.