Waarom de Statenvertaling steeds is aangepast
De Gereformeerde Bijbelstichting (GBS) is sinds kort de enige uitgeverij in Nederland die Bijbels in de Statenvertaling (SV) uitgeeft. Ze staat daarmee in een lange traditie. Welke edities verschenen er in de loop der eeuwen? De belangrijkste op een rij.
1637: Statenvertaling
De eerste druk van de Statenvertaling verschijnt in 1637 bij Paulus Aertsz. van Ravesteyn in Leiden. In opdracht van de Staten-Generaal en de Synode van Dordrecht (1618-1619) werkt een team predikanten tussen 1626 en 1635 aan een vertaling uit de grondteksten van de Bijbel (Hebreeuws en Grieks). Zo’n vertaling is er nog niet; de meeste gereformeerden lezen de Deux-Aesbijbel uit 1561, waarvan het Oude Testament teruggaat op een vertaling van de Lutherbijbel.
De Statenvertaling, die trouw wil blijven aan de oorspronkelijke tekst, wordt niet meteen op grote schaal aangeschaft. Maar als er na 1637 geen Deux-Aesbijbels meer worden gedrukt en de kerken de Statenvertaling invoeren, gaan ook de gezinnen overstag. Rond 1650 is de nieuwe vertaling, die beter aansluit bij het dan gangbare Nederlands, vrij algemeen in gebruik. Soms is de nieuwe Bijbel het enige boek in huis. Opvallend aan de Statenvertaling zijn de vele en uitvoerige kanttekeningen. Die helpen de lezer de tekst beter te begrijpen.
1657: Corrigeerbijbel
In de eerste uitgave van de Statenvertaling uit 1637 blijken nogal wat slordigheden te staan. Daarom verschijnt er in 1655 een register met drukfouten (”Register vande Verbeteringe der Druck-fauten ende Misstellinghen, die in den Eersten Druck van den Nieuw-Overgesetten Bibel gevonden worden”). Het gaat voornamelijk om onjuiste verwijzingen naar Bijbelplaatsen in de kanttekeningen.
Het register wordt gebruikt voor de eerste herziene uitgave van de Statenvertaling, die twee jaar later bij de uitgeverij van weduwe Van Ravesteyn verschijnt. In deze zogenoemde Corrigeerbijbel of Van Ravesteyn-editie is vooral de spelling van woorden gestroomlijnd: ”eeuwicheyt” wordt ”eeuwigheyt”, ”camer” wordt ”kamer” en ”broodt” ”brood”.
Ook in de vele volgende drukken na 1657 blijft de tekst in principe ongewijzigd. Tot in de achttiende eeuw.
1756: Jehovahbijbel
De Gereformeerde Kerk in de Republiek kent alleen gezag toe aan de Statenvertaling uit 1657. Andere vertalingen zijn door de overheid verboden, zeker de pogingen daartoe van niet-rechtzinnige theologen. Er verschijnen wel allerlei uitgaven van de Statenvertaling, soms fraai versierd, of met kaarten en prenten. Vooral bekend worden de uitgaven van Van Ravesteyn, van Elzevier, van de familie Keur, van de weduwe Van Wouw en van de Bijbelcompagnie. En dan zijn er nog vele illegale uitgaven.
Halverwege de achttiende eeuw wordt de roep om een herziene Statenvertaling steeds luider, net als die om een nieuwe psalmberijming. In 1756 verschijnt er anoniem een uitgave van de Statenvertaling waarin taal en spelling zijn aangepast. Op de titelpagina staat dat de bewerking is bedoeld voor „minnaars der zuivere Nederlandsche spraak, ter wegneming der belemmeringen, door de verouderde spelling, enz. in ’t lezen veroorzaakt.”
De belangrijkste wijziging ten opzichte van de Statenvertaling uit 1657 is die van de Godsnaam: deze wordt in het Oude Testament weergegeven met ”Jehovah” in plaats van ”Heere”. De zogenoemde Jehovahbijbel vindt weinig ingang in de kerken. Het volk lijkt geen grote moeite te hebben met wat verouderde taal en houdt vast aan de oude versie van de Statenvertaling.
1847: Statenvertaling in nieuwe spelling
Maar taal en spelling blijven veranderen. Steeds vaker passen uitgevers, tegen de afspraken in, de spelling aan. Na de scheiding van kerk en staat in 1796 stopt de overheidsbemoeienis en krijgen uitgevers en correctoren vrij spel.
Na de algemene spellingswijzigingen van de Leidse hoogleraar Matthijs Siegenbeek in 1805 komen er verschillende uitgaven van de Statenvertaling op de markt die de nieuwe regels volgen. Zo verzorgt ds. Henricus Cats een herziening, die in 1834 verschijnt. Het in 1814 opgerichte Nederlandsch Bijbelgenootschap (NBG) geeft in 1847 een Statenbijbel uit „ingerigt overeenkomstig de thans gebruikelijke taal en spelling.” Daar komt veel kritiek op, want ”Heere” is bijvoorbeeld ”Heer” geworden en ”poëten” is veranderd in ”dichters” (Handelingen 17:28). De Bijbelverkoop van het NBG daalt sterk.
1888: Jongbloededitie
Het Bijbelgenootschap gooit het roer om. Met de editie van de Statenvertaling uit 1657 als standaardtekst verschijnt in 1869 het Nieuwe Testament en in 1888 de hele Bijbel. In een hedendaagsere spelling, maar met vertrouwde woorden als ”Heere” en ”poëten”. Deze uitgave van de Statenvertaling, voor een belangrijk deel gebaseerd op die van ds. Cats, wordt nog steeds gebruikt, onder de naam Jongbloededitie.
De NBG-uitgave van J. J. Esser en J. J. Kijne uit 1947, waarin onder meer op grond van nieuwe inzichten uit de Bijbelwetenschap veel woorden zijn vervangen, vindt weinig aftrek. Zeker omdat het Nederlands Bijbelgenootschap in 1951 een geheel nieuwe vertaling uitgeeft. Deze NBG-’51-vertaling wordt in 2004 opgevolgd door de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) en de vorig jaar verschenen NBV21.
1977: Tukkerbijbel
Voor de mensen die uit de Statenvertaling blijven lezen, geeft het NBG in 1977 een nieuwe revisie uit. Die staat bekend als de Tukkerbijbel, genoemd naar de hervormd-gereformeerde predikant ds. W. L. Tukker, voorzitter van de vertaalcommissie. De vertaling voorziet bij sommigen in een behoefte, al komt er ook kritiek op van mensen die gewend zijn aan de oudere tekstvorm.
Die kunnen terecht bij de heruitgave van de Gereformeerde Bijbelstichting, in de jaren zestig opgericht „tot handhaving van de Statenvertaling en tot verspreiding van protestantse en onvervalste Bijbeluitgaven.” Deze GBS-editie, waarin behalve wat verouderde spelling zo min mogelijk is aangepast, verschijnt in 1973 en is gebaseerd op de uitgave van 1657. Er hoort een lijst bij waarin verouderde woorden worden uitgelegd.
In de gereformeerde gezindte wordt veel gebruikgemaakt van de driedelige Statenbijbel met kanttekeningen, een uitgave van Den Hertog. L. M. P. Scholten verzorgt namens de GBS in 2004 een nieuwe uitgave van de complete Statenvertaling uit 1637, inclusief de kanttekeningen. Bij uitgeverij De Banier verschijnt in 2015 de Bijbel met Uitleg, met de tekst van de GBS-editie en beknopte aantekeningen.
2010: Herziene Statenvertaling
Om de kloof tussen de taal van de Statenvertaling en het huidige taalgebruik te overbruggen, werkt een stichting met vertegenwoordigers uit de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland en de Christelijke Gereformeerde Kerken aan een herziening van de Statenvertaling. Uitgangspunt is de zeventiende-eeuwse editie, waarbij spelling wordt herzien, oude woorden vervangen en zinsconstructies vereenvoudigd. In 2010 verschijnt de Herziene Statenvertaling.
Statenbijbelmuseum
De meeste foto’s bij dit artikel zijn gemaakt in het Statenbijbelmuseum in Leerdam. Het museum, dat op afspraak is te bezoeken, vertelt de geschiedenis van de Bijbel in Nederland. De collectie is het resultaat van veertig jaar verzamelen en omvat honderden Bijbels, van eenvoudige exemplaren tot prachtig geïllustreerde uitgaven. En bijzondere edities, zoals de klederdrachtbijbel: met zilveren sloten, hoekstukken en een ketting waaraan het boek aan de arm naar de kerk werd gedragen.
> statenbijbelmuseum.nl