De ECB zal naar verwachting weinig veranderen aan de vorige maand ingezette koers, ondanks de verder gestegen inflatie. Sommige ECB-volgers houden evenwel rekening met een nog snellere afbouw van het opkoopprogramma van de centrale bank.

De AEX-index op Beursplein 5 steeg in de eerste handelsminuten 0,3 procent tot 720,06 punten. De MidKap ging 0,2 procent omhoog naar 1066,60 punten. De beurzen in Frankfurt en Parijs stegen tot 0,4 procent, die in Londen leverde 0,1 procent in.

Bij de hoofdfondsen in Amsterdam was Just Eat Takeaway de grootste daler met een min van 3,8 procent. Aandeelhouder Lucerne kondigde aan tegen het beloningsbeleid van de maaltijdbezorger te gaan stemmen. Ook bedrijven in de chipsector als ASMI en Besi stonden in de min. ArcelorMittal, dat een meerderheidsbelang nam in een hypermoderne en schone fabriek van branchegenoot Voestalpine, stond bovenaan met een plus van 2,1 procent.

Toeleverancier aan apotheken Fagron was koploper bij de middelgrote bedrijven met een plus van 1,7 procent. De onderneming boekte het voorbije kwartaal een omzetgroei van 16 procent, maar de coronacrisis blijft het resultaat van het bedrijf drukken. De oorlog in Oekraïne lijkt vooralsnog minder gevolgen te hebben.

Navigatiedienstverlener TomTom (plus 2,3 procent) zag de verliezen oplopen door verdere investeringen in zijn kaartenplatform. Tegelijkertijd verdiende het Amsterdamse bedrijf minder aan de verkoop van kaarten aan autofabrikanten, omdat die door de chiptekorten minder auto’s afzetten.

Ook op andere beurzen kwamen bedrijven met resultaten. De Zweedse maker van telecomapparatuur Ericsson liet weten boetes te verwachten vanwege een corruptieschandaal in Irak en werd bijna 9 procent lager gezet in Stockholm. Een inschatting hoe hoog die boetes kunnen uitvallen, durft het bedrijf nog niet te maken.

De Franse mode- en luxegoederenmaker Hermès (plus 3,7 procent) zag de omzet met een kwart stijgen. Vooral de modelijn deed het goed, maar Hermès zegt momenteel ook last te hebben van de lockdowns in China.

Olie werd wat goedkoper na de sterke stijgingen van de afgelopen dagen. Een vat Amerikaanse olie daalde 1,4 procent in prijs tot 102,77 dollar. Brentolie werd 1,2 procent goedkoper en kostte 107,44 dollar. De euro was 1,0916 dollar waard tegen 1,0883 dollar bij het slot van de handel op Wall Street.