Macron wacht nog stevige strijd met Le Pen
De Franse president Emmanuel Macron kreeg zondag in presidentsverkiezingen ruim de meeste kiezers achter zich. Hij zal echter strijd moeten leveren om ook de tweede ronde van 24 april te overleven.
Macron won zondag overtuigend, met een voorsprong van meer dan 4 procent op zijn grootste rivale Marine Le Pen. Dat is een ruimere marge dan de laatste peilingen van vorige week voorspelden, toen de twee elkaar op een haar na naderden. De rangorde tekende zich echter al lange tijd af, inclusief een derde plek voor de uiterst linkse kandidaat Jean-Luc Mélenchon (22 procent).
Opmerkelijk is dat de kandidaten van de oudste partijen, Valérie Pécresse van de Republikeinen en Anne Hidalgo van de Socialistische Partij, feitelijk zijn weggevaagd. Beide partijen leverden decennialang presidenten, maar Pécresse kreeg zondag 4,8 procent en Hidalgo bleef steken op nog geen 1,8 procent van de stemmen. Het politieke landschap in Frankrijk was in 2017 al danig opgeschud, maar dat is met deze uitslag nog eens dubbel en dwars onderstreept.
Voor zowel centrist Macron als de uiterst rechtse Le Pen betekent de uitslag een betere score dan in 2017: Macron won 3,6 procent, Le Pen 2,1. Het lijkt erop dat de winst van Macron mede is ingegeven door waardering voor diens aanpak van de coronacrisis en de Oekraïneoorlog. Le Pen heeft waarschijnlijk geprofiteerd van de sterke nadruk die ze in de campagne legde op koopkrachtverbetering: het grote buikpijndossier voor veel Fransen.
De beide kandidaten stonden ook in 2017 in de tweede ronde tegenover elkaar. Voor de kiezers is het over veertien dagen dus een herhaling van zetten, maar anders dan in 2017 kan Macron (die toen met 66 procent won) nog niet gerust zijn op de overwinning. Duidelijk is dat uiterst rechts in Frankrijk aan kracht heeft gewonnen.
Éric Zemmour, de kandidaat die Le Pen rechts inhaalde, riep zijn kiezers zondagavond vast op in een tweede ronde op Le Pen te stemmen. Zemmour haalde ruim 7 procent van de stemmen. Opgeteld bij het percentage van Le Pen betekent het dat meer dan 30 procent van de Fransen op een uiterst rechtse kandidaat stemde– meer dan ooit.
Daarnaast kan Le Pen steun verwachten van een deel van het electoraat van Pécresse en enkele kleinere (uiterst) rechtse kandidaten. Belangrijker is nog wat de stemmers van Jean-Luc Mélenchon doen. Die riep hen zondag vast op in een tweede ronde niét voor Le Pen te stemmen, maar duidelijk is dat er vanuit zijn achterban wel steun voor de kandidate valt te verwachten. De partijen van Le Pen en Mélenchon mogen mijlenver uit elkaar liggen op het gebied van bijvoorbeeld immigratie, ze raken elkaar onder meer op het gebied van de Franse positie in de wereld. Zowel Le Pen als Mélenchon staan uiterst kritisch tegenover internationale samenwerkingsverbanden als de EU en de NAVO en beiden zeggen bovendien op te komen voor het gewone volk. Daarbij komt dat Macron, oud bankmedewerker, voor veel kiezers van Mélenchon zo ongeveer de belichaming van het kapitalisme is en dus absoluut geen optie. De keuze is dan dus Le Pen óf thuisblijven.
Een peiling van bureau Ifop van zondagavond laat zien dat 23 procent van de kiezers van Mélenchon van plan is op 24 april op Le Pen te stemmen en 33 procent op Macron. De rest houdt het voor gezien. Diezelfde peiling geeft Macron in de tweede ronde 51 procent en Le Pen 49. Er is voor de president dus geen enkele reden achterover te leunen.