Zo’n 130 mensen bij herdenking Sovjetmilitairen Amersfoort
Meer dan 130 mensen zijn zaterdag in Amersfoort aanwezig geweest bij de jaarlijkse herdenkingsdienst voor Sovjetmilitairen, die tachtig jaar geleden in de Tweede Wereldoorlog door Duitse soldaten zijn geëxecuteerd. De herdenking vond voor de tiende keer plaats. „Voor die tijd zijn de soldaten, die ook vochten tegen nazi-Duitsland, compleet vergeten”, vertelt directeur Remco Reiding van Stichting Sovjet Ereveld.
Reiding opende de dienst met een toespraak om 06.30 uur. Een kleindochter van een van de nabestaanden volgde. Met een gedicht werd de plechtigheid afgesloten. „Een korte en mooie bijeenkomst”, zei Reiding na afloop. „Tijdens de toespraak van de kleindochter regende het kort. Ze zei zelf: ‘Mijn opa huilt met me mee’.”
Voor de 77 Sovjetsoldaten zijn bij zonsopkomst op de plek waar ze overleden evenveel kaarsen aangestoken. „Zo gaan we van het donker naar licht, op het tijdstip dat de jongens gefusilleerd werden, zoals we elk jaar doen”, legt Reiding uit. 24 witte kaarsjes stonden al klaar om de soldaten te vertegenwoordigen die voor die tijd al waren overleden door bijvoorbeeld honger, ziektes of marteling in Kamp Amersfoort.
Bij de herdenking waren de locoburgemeesters van Amersfoort en Leusden aanwezig, samen met mensen uit het hele land. Ook sloten scholieren van twee middelbare scholen in Amersfoort aan.
De organisatie besloot dat het vlak na de coronacrisis en tijdens de oorlog in Oekraïne „niet het ideale moment” was om diplomaten uit verschillende landen, waaronder Rusland, en andere politieke vertegenwoordigers uit te nodigen. In de jaren voor de coronacrisis waren deze soms aanwezig. Wel benadrukt de stichting dat het belangrijk is om de Sovjetsoldaten te blijven herdenken, juist nu het oorlog is in Oekraïne.
De stichting heeft de afgelopen jaren haar best gedaan om de Sovjetmilitairen onder de aandacht te brengen met verschillende publicaties en een documentaire in Andere Tijden. „Omdat de Koude Oorlog uitbrak na de Tweede Wereldoorlog, werden de soldaten die hier liggen aangezien als de vertegenwoordigers van onze nieuwe vijand. Terwijl deze jongens onze bondgenoten waren toen ze overleden”, aldus de directeur.