Meer meldingen van online kindermisbruik in 2021
Het Expertisebureau Online Kindermisbruik (EOKM) heeft in 2021 fors meer meldingen binnengekregen van verdacht beeldmateriaal van misbruik met minderjarigen. De stijging komt vooral door meldingen uit Nederland, vanuit het buitenland werd er juist minder vaak aan de bel getrokken. Maar, merkt het EOKM op, dat betekent niet per se dat er ook meer materiaal is verspreid.
In 2021 kwamen er ruim 413.000 meldingen binnen van verdacht beeldmateriaal, tegenover 307.000 een jaar eerder. De meldingen komen via het internationale samenwerkingsverband INHOPE, dat bestaat uit vijftig hotlines wereldwijd, via het webformulier van het EOKM, via de politie of via externe partijen. Niet alleen het aantal meldingen steeg, ook werden er meer individuele webadressen (url’s) verzameld. Een enkele melding kan leiden tot bijvoorbeeld een website met tien afbeeldingen, dat levert dan vervolgens elf url’s op. Meer meldingen en meer webadressen betekenen dus niet dat er meer beelden van kindermisbruik zijn verspreid.
Het EOKM heeft ook een hulplijn voor mensen die zich zorgen maken over hun seksuele gedachten of gedrag richting minderjarigen. In totaal werd Stop It Now vorig jaar 712 keer per telefoon en online benaderd. Dat was 15 procent meer dan een jaar eerder. Maar vanwege de beperkte openingstijden konden maar liefst 55 procent van alle telefoontjes niet worden beantwoord. „Het zijn er weliswaar minder dan in 2020 toen we 66 procent hadden gemist, maar het is nog steeds een aanzienlijk aantal”, schrijft het EOKM.
„Omdat de hulplijn anoniem is, weten we niet of dit percentage volledig uit unieke personen bestaat of dat het mensen zijn die ons meerdere keren probeerden te bereiken. De cijfers geven wel aan dat het wenselijk en nodig is om onze openingstijden nog verder uit te breiden. In 2022 gaat de hulplijn ook in de avond en in het weekend open.”