Woonhuis Etty Hillesum terecht bestempeld als monument
De gemeente Amsterdam heeft het vroegere woonhuis van de Joodse schrijfster Etty Hillesum, Gabriël Metsustraat 6, terecht aangewezen als gemeentelijk monument. Dat heeft de Raad van State bepaald in een zaak die was aangespannen door de eigenares van een appartement in het pand.
Zij wil het slopen en herbouwen met een extra verdieping erop. Ze kreeg daarvoor aanvankelijk een vergunning, maar daar ging in 2020 een streep doorheen door de aanwijzing tot gemeentelijk monument.
In het huis, een voormalige koetshouderij met paardenstal in de buurt van het Concertgebouw, schreef de Joodse twintiger Etty Hillesum in 1941 en 1942 haar indringende dagboek. Het werd, 38 jaar nadat ze was vermoord in Auschwitz, gepubliceerd onder de titel Het verstoorde leven.
De huidige eigenares vindt het feit dat Hillesum er destijds woonde niet genoeg reden voor de aanwijzing tot monument, die politiek gemotiveerd zou zijn geweest. Volgens haar verkeert het pand door vele verbouwingen allang niet meer in de staat waarin het verkeerde toen Hillesum er woonde. De Raad van State gaat daar niet in mee.
De vrouw ving vorig jaar ook al bot bij Amsterdamse rechtbank. Die stelde haar in het ongelijk in een zaak met dezelfde inzet, waarin zij het opnam tegen de gemeente en waarin ook het NIOD en de Anne Frank Stichting deelnamen.