Brinkhorst: Film Hirsi Ali was onverstandig
Minister Brinkhorst van Economische Zaken noemt het maken van de film ”Submission” door filmmaker Theo van Gogh en VVD-kamerlid Hirsi Ali onverstandig. Andere ministers zijn het niet met hun D66-collega eens.
„Toen ik die film zag, dacht ik: oei, oei, loopt dit wel goed af? Je weet wat er gebeurt als je in een munitiemagazijn een sigaret opsteekt. Zo’n film mag, maar ik vond het niet verstandig. Ik vind het heel begrijpelijk dat daar onder moslims opwinding over is ontstaan. Neem me niet kwalijk! Wie is hier nou naïef”, aldus Brinkhorst in een interview met het weekblad Vrij Nederland.
Minister Verdonk (Integratie) is het niet met Brinkhorst eens. Zij zegt in een reactie altijd te hebben gesteld dat de film onder de vrijheid van meningsuiting valt. Minister Zalm laat in reactie op Brinkhorst uitlatingen weten dat die niet namens het kabinet zijn gedaan. Volgens Zalm is het „voor 99,9 procent zeker” dat het kabinet niet op de lijn van Brinkhorst zit.
Vrijdag zal de ministerraad de uitspraken van Brinkhorst bespreken. Op steun van zijn partijgenoot vice-premier De Graaf hoeft hij niet te rekenen. Volgens De Graaf heeft Brinkhorst in het interview „kwetsbare vergelijkingen gebruikt.”
Brinkhorst vindt dat de film -gericht tegen vrouwenonderdrukking in de islam- „niets te maken heeft met de vrijheid van meningsuiting.” „De situatie is kwetsbaar met zoveel tegenstellingen. Als je dan voortdurend herhaalt dat je gelijk hebt en gelijk wilt krijgen, draag je bij tot een klimaat waarin oplossingen niet meer mogelijk zijn. Zo denk ik erover en voor die opvatting zal ik strijden”, aldus Brinkhorst.
In het dagelijks leven en op de televisie worden vaak woorden gebruikt waarvan Brinkhorst in het interview zegt: „Die zijn provocerend. Die zijn vuig, die hebben niets meer te maken met het benoemen van de problematiek. Mensen worden tegen elkaar opgezet. Als ik mijn vrijheid van meningsuiting alleen kan veroveren door jou te vernederen, dan ben ik onverantwoord bezig. En dat moet ook maar eens hardop worden gezegd. Ik vind helemaal niet dat alles moet kunnen.”
Brinkhorst ziet graag een nieuwe politieke beweging opkomen met mensen vanuit verschillende partijen, die tegenwicht bieden aan het populisme.