Column (Huib de Vries): Vast en zeker
Ruim 93 jaren oud en intens moe ligt ze op het bed dat haar sterfbed zal worden. Ze weet het en heeft dat wat komt in Gods hand gelegd. De wanden om haar heen zijn gevuld met foto’s van haar omvangrijke nageslacht, waar ze zomaar stil naar ligt te kijken.
Achter haar bed hangt de trouwfoto van haar en Huibert. En hun trouwtekst: „Geloof alleenlijk.” Twee woorden slechts, maar ze bevatten een zware les. Kohlbrugge zei het al: „Wie niet gelooft, kan gemakkelijk geloven, maar wie wil geloven, voor die is het moeilijk.”
Ze denkt terug aan de predikant uit haar jeugdjaren, de hervormde ds. Dirk Jacob van de Graaf. Hij maakte diepe indruk door zijn prediking en godsvrucht. Het raakte haar intens toen ze tientallen jaren later hoorde dat hij op zijn sterfbed werd aangevochten met de vraag over zijn persoonlijk aandeel aan het heil in Christus. Als dat zelfs bij ds. Van de Graaf het geval was, hoe moet het dan met haar? Vanaf haar vroege jeugd ging ze graag naar de kerk, maar dat is niet genoeg, weet ze.
De kinderen komen afwisselend bij haar waken. Haar ogen lichten op als ze hen ziet, en haar mond spreekt woorden van liefde. Inniger dan ze ooit tevoren deed.
„Toen ik hiernaartoe reed, moest ik aan ”Veilig in Jezus’ armen” denken”, zegt een dochter. „Weet u nog dat u dat vroeger soms zong bij het harmonium?” De moeder knikt en met zwakke stem citeert ze alle coupletten. „Daar in Zijn teer erbarmen, daar rust mijn ziel van smart.”
Voor het oog was ze een opgewekte vrouw, maar ze heeft een depressieve inslag. De innerlijke zwaarmoedigheid, gepaard met grote mensenkennis en diepe zelfkennis, maken de toe-eigening van het heil dubbel zwaar. Dat Huibert boven is, staat voor haar als een paal boven water. Dat Christus ook haar Borg is, durft ze niet te geloven.
De waarheid van Gods Woord en van Gods erbarmen betwijfelt ze geen moment. Die zijn vast en zeker. Als de mensen bij haar bed iets willen zingen, fluistert ze steevast: „Doe maar: Geloofd zij God met diepst ontzag.” Haar lippen lispelen de woorden mee. Zo breekt haar laatste dag in dit ondermaanse aan. Bijna ongemerkt blaast ze net na middernacht de laatste adem uit en stijgt haar ziel op naar het land van Immanuël. Nu weet ze het eindelijk zeker. Ook zij is gekocht door Christus’ bloed.
Haar oudste zoon leidt de rouwdienst. Bij het uitdragen van de kist met haar lichaam, door de zoons en schoonzoons, speelt de organist de melodie van ”Veilig in Jezus’ armen”. In die armen mag ze nu rusten. Geloofd zij God voor deze moeder.