Land Rover: nog altijd een fenomeen
In 1948 lanceerde Rover een terreinvoertuig, de Land Rover. Ondanks tussentijdse grote wijzigingen behield het stoere model tot enkele jaren terug zijn uitstraling. Inmiddels is er een nieuwe Land Rover Defender. Hoe verhoudt deze zich tot zijn beroemde voorganger?
Het is te zien dat de ontwerpers de opdracht hebben gekregen om kenmerken van de oerversie in het nieuwe model te verwerken. Het programma bestaat net als voorheen uit een twee- en een vierdeurs, de laatste met lange wielbasis. Waar de auto voorheen een ladderchassis had waarop de carrosserie werd gemonteerd, kent de huidige generatie een zelfdragende constructie.
Hoekige vormen horen bij een Land Rover en dat principe staat nog steeds. Typische kenmerken zijn het ruitje hoog in de dakrand bij de vierdeurs en de driehoekige vlakken aan weerszijde op de motorkap. Maar verder is alles nieuw.
De zitpositie blijkt erg hoog. Passagiers moeten nog net niet klimmen om binnen te komen. Het interieur is minder luxueus dan bijvoorbeeld van een Range Rover, maar op het gebied van voorzieningen doet de Defender daar nauwelijks voor onder. Grappig is dat diverse onderdelen met zichtbare schroeven zijn vastgezet.
Het leveringsprogramma is enorm met een ruime keuze aan benzine- en dieselmotoren, die omwille van de hoge bpm-heffing uitermate kostbaar zijn. Een uitzondering daarop vormt de 2 liter benzine plug-inhybride. Die levert een gecombineerd vermogen van 404 pk en een koppel van 640 Nm. Meer dan genoeg om de 2600 kg wegende kolos vlot te laten presteren. Het gemiddelde verbruik is overeenkomstig, 1 op 10.
De auto geeft een machtig gevoel door zijn formaat en rijgedrag. De aandrijflijn functioneert mooi stil. Elektrisch rijden in de stad gaat prima, op de snelweg is de batterij snel leeg. De plug-inhybride is de meest ‘betaalbare’ in de reeks vanaf 85.823 euro.