Die crisis leidde tot het opstappen van het vorige college van Gedeputeerde Staten (GS) en het vertrek van voormalig gouverneur Theo Bovens (CDA). Het college genoot niet langer het vertrouwen van de Staten. Daarop verschenen vier onderzoeksrapporten over bestuurscultuur en belangenverstrengeling. Er is onvoldoende tegenspraak, zowel in de Staten als in het ambtelijk apparaat, concludeerde een van de onderzoeken. Uit de onderzoeken haalden de Staten vrijdag tijdens een debat dat ze beter geïnformeerd moeten worden om een tegenmacht te kunnen vormen.

Gouverneur Emile Roemer (SP) zegde toe nog voor de zomervakantie in de Staten een debat te zullen voeren over meer transparantie en betere controle door de Staten. „De vraag is dan, hoe kunnen we de tegenmacht zo organiseren dat die iets voorstelt”, vatte Roemer samen.

„We zijn gekomen aan het begin van een belangrijk traject”, zei de gouverneur. „Er ligt een enorme kluif aan werk met elkaar. Er zijn veel suggesties gedaan, we komen daar zo snel mogelijk op terug.”

Roemer noemde het „spijtig” dat de bestuurscrisis mensen veel pijn heeft gedaan. „Laten we alles op alles zetten dat dit niet meer gebeurt”, zei hij.

De conclusies van twee van de vier rapporten werden overigens niet door alle fracties onderschreven. Met name een conclusie dat de media debet zouden zijn aan een negatief imago van Limburg, kreeg weliswaar bijval door het CDA, maar veel andere fracties verwierpen dit beeld. Op voorstel van Roemer namen de Staten uiteindelijk de twee onderzoeksrapporten waarover meningsverschillen bestaan, ter kennisgeving aan.