„Wijze kerkenraad integreert gebedsgenezing”
„Een kerkenraad met enige wijsheid zal na aandrang gebedsgenezing in de gemeente integreren.” Dat stelde ds. H. G. Abma zaterdag tijdens een workshop op een conferentie van het Evangelisch Werkverband (EWV) over de dienst der genezing en bevrijding in de kerk.
Moet je ziekenzalving altijd reguleren door de kerkenraad erin te betrekken? Is iedereen ertoe gerechtigd? Vragen als deze kwamen tijdens de workshop ter sprake.
Ds. H. G. Abma drong erop aan niet weg te lopen uit de gemeente als de kerkenraad niet voor deze onderwerpen openstaat. „Gemeenteleden kunnen en mogen echter wat stappen voorlopen op de kerkenraad. Die kan in de weg staan voor wat God wil geven.”
De predikant van de hervormde gemeente in Gouda benadrukte dat toerusting nodig is voor de uitoefening van de dienst der genezing om valkuilen te vermijden. „Er zijn cursussen voor. Daar moeten we ons niet te goed voor vinden. Maar we mogen met krachtige aandrang in de naam van Jezus bidden om genezing. We mogen aandringen, maar we kunnen niet afdwingen. Naar de mate waarin we verwachten, geeft God. Gebed en ziekenzalving zijn echter altijd heilzaam, ook als er geen genezing volgt. Mensen ontvangen een diepe vrede met God. Op hun ziekbed getuigen ze van Zijn goedheid.”
In een openingslezing wees dr. M. J. Paul erop dat in de Schrift genezing helemaal een zaak is van geloof en van de tempeldienst. „Eenvijfde deel van de Evangeliën gaat over genezingswonderen. Wij hebben de gezondheidszorg compleet uitbesteed aan de reguliere geneeskunde. Maar wat doen we zelf als gemeente?”
Volgens de schrijver van het boek ”Vergeving en genezing” is tijdens de Reformatie gebroken met een lange traditie van het praktiseren van de gave van gezondmaking. „We moeten ons heroriënteren op de Vroege Kerk, zeker nu we in een situatie verkeren die steeds meer gaat lijken op die periode uit de kerkgeschiedenis.”
Als genezing plaatsvindt van iemand uit een traditionele gemeente in een speciale genezingsdienst, zien de betrokkenen hun eigen gemeente vaak als een achtergebleven gebied. Is er geen genezing, dan is intensief pastoraat nodig. Om deze redenen en omdat hij in de dienst van genezing een opdracht ziet voor de christelijke gemeenten, is dr. Paul er een voorstander van dat in plaatselijke gemeenten teams voor gebed, pastoraat en bevrijding functioneren. „In een gesprek met genezer Jan Zijlstra stemde deze in met de gedachte dat als de plaatselijke gemeenten de dienst van genezing oppakken, hij geen campagnes hoefde te beleggen.”
Worden er ook doden opgewekt in Jezus’ naam? luidde een vraag aan dr. Paul. „Het antwoord is ja. Maar ik zeg er tegelijkertijd bij dat het bij ons heel weinig gebeurt. Er bestaan echter gedocumenteerde en door artsen gecontroleerde getuigenissen uit Afrika. Opvallend is dat God met name bijzondere dingen geeft in een niet-christelijke context. Dat sluit aan bij het bijbelse gegeven dat wonderen dienen om getuigenis te geven van de waarheid van het Evangelie.”
„In Gouda zalven we meestal op het voorhoofd met het kruisteken. We gebruiken olijfolie, vermengd met rozenolie vanwege de geur”, legde ds. Abma uit Gouda uit. „Eind jaren tachtig zijn we ermee begonnen. Centraal staat het verwachtingsvolle gebed tot God, maar het is goed om de omgang met de zieke breder gestalte te geven.”
De predikant wijst net als dr. Paul de uitleg van Jakobus 5 af als zou daar olie als geneesmiddel gebruikt worden. „Het is waar dat in de Oudheid olie wel gebruikt werd als een soort Haarlemmerolie, maar in Jakobus 5 gaat het om iets bijzonders. Daar heeft de olie te maken met de sfeer van de Heilige Geest waarin de christelijke gemeente mag verkeren. Natuurlijk kun je alleen bidden. Maar de doop wordt toch niet bediend zonder doopwater? Ziekenzalving kan dus ook niet zonder zalving. De zalving onderstreept Gods belofte van heling.”
In gespreksgroepen spreken deelnemers -merendeels afkomstig uit evangelisch getinte, confessionele en gereformeerdebondsgemeenten uit de Protestantse Kerk- door over de ruimte die gebedsgenezing in hun thuisgemeenten krijgt. „God krijgt de kans niet om iemand blij te maken.”
Een ander toont zich verwachtingsvol over een gereformeerdebondsgemeente: „De dominee heeft wat meer tijd nodig dan wij jongeren, maar hij komt wel. Intussen vertrekken vele jongeren naar evangelische gemeenten, het wachten moe.”
Breed bestaat zorg over de vele mensen die hun heil zoeken bij occulte genezers omdat de christelijke gemeenten geen plek geven aan de dienst van genezing. Een meer kritische vraag: „Wat voor beeld van God hebben we eigenlijk: is de verhoring afhankelijk van het aantal mensen dat er actief in is en van de frequentie en de intensiviteit van de gebeden?”
Dr. Paul en ds. Abma verzorgden beiden een lezing, terwijl de laatste ook voorging in de eredienst op zondag. Wat heeft het Evangelisch Werkverband tegenwoordig met de bonders? Voorzitter ds. J. Eschbach desgevraagd: „We hebben altijd al veel met hen gehad, namelijk dezelfde basis. In de vormgeving zijn er verschillen, maar we hebben veel raakvlakken. Het EWV wil geen nieuwe modaliteit in de PKN vormen. In de breedte van de kerk bezinnen we ons op de vraag hoe je kerk kunt zijn in deze tijd. Dr. Paul en ds. Abma hebben echt iets te zeggen over het thema van de conferentie. Ze zijn dus niet aangetrokken om mensen uit de Gereformeerde Bond te trekken. Ds. Abma maakt trouwens deel uit van de werkgroep binnen het EWV die zich op genezing en bevrijding richt”, aldus ds. Eschbach.
De conferentie duurde van vrijdagavond tot zondagmiddag.