Hulporganisaties worstelen om Oekraïense steden te bereiken
Hulporganisaties proberen uit alle macht Oekraïners in door Russische troepen belegerde steden te bereiken maar dat lukt volgens het Wereldvoedselprogramma (WFP) nauwelijks. Het VN-agentschap hoopt 3,1 miljoen mensen te kunnen voorzien, onder wie honderdduizenden vrouwen en kinderen.
De uitdaging is om bij steden te komen die zijn omringd of dat bijna zijn”, zegt WFP-noodhulpcoördinator Jakob Kern, die de situatie als slecht omschrijft. Het gebrek aan toegang voor humanitaire hulp maakt het vrijwel onmogelijk voedsel te leveren aan de omsingelde havenstad Marioepol en de bijna volledig afgesloten noordoostelijke steden Charkov en Soemi. Dergelijke belegeringstactieken waren volgens Kern eerder deze eeuw onaanvaardbaar.
Het WFP moest „uit het niets” magazijnen bevoorraden en de door gevechten onderbroken toevoerlijnen omzeilen. Een kolossale opdracht, verzucht de noodhulpcoördinator. Om rijst, pasta en blikken met vlees op hun bestemming te krijgen is ook lastig omdat vrachtwagenchauffeurs moeilijk zijn te vinden.
Een konvooi van enkele vrachtwagens bereikte twee dagen geleden Soemi met voorraden voor een paar dagen voor 3000 mensen. „Maar het moet veel grootschaliger”, aldus Kern. Voor een stad met een half miljoen of een miljoen mensen moet er eigenlijk elke dag een konvooi arriveren, dus een permanente humanitaire corridor voor genoemde steden is volgens hem hard nodig.
Het Wereldvoedselprogramma maakt veel meer kosten door de mede door de oorlog gestegen voedsel- en energieprijzen. De organisatie geeft daardoor wereldwijd ruim 63 miljoen euro per maand extra uit en is met spoed op zoek naar donaties.