Wel kreeg Boonstra een boete van 135.000 euro voor het verzwijgen van handel in aandelen en obligaties Ahold, toen hij daar commissaris was. De gewezen bestuursvoorzitter had deze transacties in 2000 moeten melden bij de beurstoezichthouder AFM.

Het oordeel van het gerechtshof komt overeen met de uitspraak die de rechtbank in beide zaken deed, in het voorjaar van 2003.

Het openbaar ministerie pakte Boonstra vooral aan, omdat hij in maart 2000 voor een half miljoen euro een belang in Endemol kocht. Enkele dagen nadat Boonstra de aandelen had verworven, werd bekend dat het Spaanse Telefónica een bod uitbracht op het entertainmentconcern, en schoot de beurskoers van Endemol omhoog. Boonstra had in die periode een relatie met Sylvia Tóth, die commissaris was bij Endemol.

De oud-bestuursvoorzitter van Philips heeft altijd ontkend dat zijn toenmalige vriendin hem heeft getipt. Boonstra zegt dat hij speculeerde op een overname van Endemol door het ict-bedrijf World Online, dat in het voorjaar van 2000 met veel tamtam naar de beurs ging.

Het hof constateerde dat „met name niet is komen vast te staan dat de verdachte over voorwetenschap heeft beschikt, en zo ja, welke.”

Een woordvoerster van het OM zei het oordeel „ten zeerste te betreuren.” „We hadden wel een hoopje dat het goed zou gaan.” De uitspraak van het hof bewijst volgens het OM nogmaals hoe moeilijk het is voorwetenschap hard te maken. Justitie moet nog besluiten of de zaak aan de Hoge Raad wordt voorgelegd.

Boonstra heeft weinig behoefte in cassatie te gaan, aldus zijn advocaat J. Italianer. „De heer Boonstra wil dit boek zo snel mogelijk sluiten.” Volgens Italianer is zijn cliënt ingenomen met de uitspraak. Ook de advocaat zelf toonde zich tevreden, hoewel Boonstra wederom een forse boete kreeg voor het verzwijgen van de effectenhandel in Ahold. „Het ging ons niet om de hoogte van de boete, maar om de overweging”, aldus Italianer.

Zowel in de voorkenniszaak als bij de belangenmeldingen viel de argumentatie van het gerechtshof milder uit dan die van de rechtbank. De rechter vond vorig jaar het tijdstip van de transacties in aandelen Endemol, dat Boonstra zelf het initiatief nam en dat hij zijn bankier om discretie vroeg, opmerkelijk. Het gerechtshof rept hier niet over.

Ook in de Ahold-zaak was de formulering van de rechtbank aanzienlijk heftiger, zoals Italianer het typeerde. Wel stelde het hof dat Boonstra als commissaris bij Ahold een voorbeeldfunctie had, die hij niet juist heeft ingevuld door zijn effectenhandel niet te melden. „Het vertrouwen in de integriteit van de handel in effecten is daardoor ernstig geschaad.”