Rijkswaterstaat plant 700.000 zaden van zeegras in Waddenzee
Rijkswaterstaat heeft 700.000 zaden van zeegras laten planten in de Waddenzee bij het onbewoonde eilandje Griend tussen Harlingen en Terschelling. Naar verwachting leveren deze zaden ongeveer 100.000 zeegrasplantjes op. Zeegrasvelden behoren tot de meest productieve ecosystemen ter wereld, maar zijn in Nederland helemaal verdwenen.
Medewerkers van de Rijksuniversiteit Groningen en ecologisch techniekbureau The Field Work Company hebben de zaden met een kitspuit ingebracht in een gebied van 3200 vierkante meter. In elke kitspuit zat een mix van slijk en zaden. De zaadjes zijn uit Denemarken gehaald. Daar komen nog veel zeegrasvelden voor.
Herstel van zeegrasvelden in Nederland is een doelstelling uit de Kaderrichtlijn Water. Rijkswaterstaat heeft deze taak dit jaar overgenomen van Natuurmonumenten. Zeegras vangt slib weg, stabiliseert de zeebodem en zorgt voor helderder water. Dieren kunnen in het gras schuilen en zijn op hun beurt weer voedsel voor vissen en vogels. Net als koraalriffen, mangrovebossen en mosselbanken zorgen zeegrasvelden voor grote biodiversiteit.
Tot in de jaren dertig van de vorige eeuw kwam zeegras veel voor in de Waddenzee. Door de bouw van de Afsluitdijk, ziekten en een slechtere waterkwaliteit verdween de soort. Herstel van zeegrasvelden is volgens Rijkswaterstaat een kwetsbaar proces, dat veel tijd gaat vergen. Verstoring van de bodem door visserij en baggeren en stormen, droge zomers en koude winters hebben allemaal een negatief effect. De wadplaat Griend heeft de beste omstandigheden voor nieuw zeegras.