Huisartsen ontzet over gemakzucht Tweede Kamer inzake wet abortuspil
Dinsdag beslist de Tweede Kamer of ook huisartsen de abortuspil mogen verstrekken. Een Kamermeerderheid lijkt daarvoor, met als argument: een nog betere toegang tot abortus en nog meer keuzemogelijkheden voor de vrouw. Maar staat de huisarts wel te trappelen?
Ze had het onlangs nog in NRC gelezen, betoogde mede-initiatiefneemster Lilianne Ploumen (PvdA) donderdag in de Tweede Kamer; een meerderheid van wel 58 procent van de huisartsen was bereid de abortuspil te verstrekken. En inderdaad: het liberale ochtendblad maakte maandag keurig melding van een in opdracht van abortusorganisatie Women on Waves uitgevoerd onderzoek „waarvan de voorlopige resultaten in preprint zijn gepubliceerd.”
Dat Ploumen naar het stuk verwees, was geen toeval: het hoge percentage komt de indieners van het wetsvoorstel over de abortuspil tot op zekere hoogte goed uit. Een van de argumenten waarmee de weifelende Kamer moet worden gepaaid is immers dat de toegang tot abortus in Nederland verbetering behoeft.
Toch duurde het niet lang of Ploumens luchtballonnetje werd lek geprikt. „Ik neem dit met een korreltje zout”, zei SP-Kamerlid Maarten Hijink, even scherpzinnig als altijd. De SP’er toonde zich kritisch op de representativiteit van de overigens uiterst summiere onderzoekspopulatie van slechts 127 (van de ruim 12.000) huisartsen. Daar bovenop is er nog meer te noemen wat het onderzoek discutabel maakt.
Medeauteur van de studie is huisarts en seksuoloog Peter Leusink. Enige vooringenomenheid rond het thema is hem niet vreemd. Zodra het gerechtshof in Den Haag in 2019 zijdelings in een uitspraak had opgemerkt dat de term zwangerschap in de strafwet niet dermate strak is gedefinieerd dat een overtijdbehandeling onomwonden strafbaar is te achten, begon hij in zijn huisartsenpraktijk met het uitschrijven van de abortuspil, in het kader van een pilot. Samen met negen andere huisartsen doet hij het al ruim drie jaar, meldde RTL Nieuws eind februari. Het stuk meldt verder dat de patiënten voor wie Leusink de medicatie uitschreef vooral heel erg blij waren met de snelheid waarmee ze geholpen werden.
Saillant detail: toen Leusink in februari in het AD naar het Women on Waves-onderzoek verwees, sprak hij nog van enkele honderden huisartsen van wie 48 procent bereid zou zijn. Een week voor de stemming zijn het er aldus NRC 58, 10 procent meer. Afgezien van Hijink deden de meeste Kamerleden die donderdag de moeite namen naar het debat te komen er echter het zwijgen toe toen het ging over het onderzoek. Alleen CDA-Kamerlid Hilde Palland reageerde alert. Wat het wetsvoorstel praktisch kon uitwerken, was volgens haar met zoveel onzekerheden omgeven dat kleinschalig beginnen volgens haar geboden was. Oftewel, huisartsen moesten de pil eerst maar eens gaan voorschrijven in een kleinschalige proefopzet.
Intussen ziet een deel van de huisartsen met verbazing toe op basis van welke summiere informatie de Tweede Kamer veronderstelt dat het draagvlak voor het wetsvoorstel over de abortuspil onder huisartsen voldoende is voor een landelijke invoering. „Dit is de mening van nog geen 1 procent van de beroepsgroep”, schrijft huisarts Jojanneke Kant ontzet op haar LinkedInpagina met verwijzing naar het Women on Waves-onderzoek. Volgens Kant wordt er „over ons hoofd heen, en zonder om onze mening te vragen een besluit genomen over onze werkzaamheden ín de spreekkamer.”
Samen met collega’s stelde Kant in een Telegramgroepje van een kleine 2000 waarnemend huisartsen de vraag „of het een wenselijke ontwikkeling is dat huisartsen de abortuspil kunnen voorschrijven.” Van de 466 collega’s die reageerden, beantwoordde slechts 4 procent de vraag met ja. „Kun je de uitkomst van deze stemming aub delen met ene meneer Kuipers…?”, merkte een van de huisartsen vervolgens cynisch op.
Onder de huisartsen die aanhaken bij de discussie op het digitale forum is de boosheid zo groot dat de vraag zich aandient of de Kamer zich niet ongeloofwaardigheid maakt als ze haar oordeel dinsdag bij de stemmingen over de wet baseert op het ene, door NRC aangehaalde onderzoek. Van de initiatiefnemers valt echter geen enkele bereidheid te verwachten om met een extra, onafhankelijk onderzoek alsnog klaarheid in de zaak te brengen. Zij hebben er alle belang bij dat het draagvlak onder huisartsen een beetje in het midden blijft.
Dat zit als volgt: Het hoofddoel van de wet is zoals gezegd de keuzemogelijkheden van de vrouw vergroten. Zij moet zelf kunnen bepalen waar ze die pil haalt: bij de kliniek, het ziekenhuis of de huisarts. Daaruit volgt dat grote belangstelling van huisartsen wenselijk is, want hoe meer huisartsen, hoe meer keus. De ‘nevenschade’ van het initiatief kan echter zijn dat abortusklinieken behandelingen mislopen en daarvoor gecompenseerd moeten worden. En dan komt het weer handig uit als de initiatiefnemers kunnen zeggen: Ach, met de belangstelling van huisartsen loopt het niet zo’n vaart. Of: als huisartsen in het begin wat afwachtend zijn, is het best.
Te vrezen valt verder dat uitgerekend de partijen die de wet dinsdag waarschijnlijk aan een meerderheid gaan helpen (Partij voor de Dieren, Volt BIJ1) totaal geen weet hebben van de discussie die thans onder huisartsen woedt: bij de debatten erover lieten ze zich niet zien.
Het kan dus zomaar zijn dat de gang van zaken rond deze uiterst gevoelige kwestie dinsdag exact datgene zal illustreren, waar het platform voor onderzoeksjournalistiek Investico en het radioprogramma Argos een jaar geleden al voor waarschuwden. Ook in de Tweede Kamer domineert de waan van de dag, voor fatsoenlijke wetgeving is geen tijd.