Nog steeds is de helft van de volwassenen te zwaar
De helft van de volwassenen in Nederland had vorig jaar overgewicht. Dit is evenveel als bij de invoering van het Nationaal Preventieakkoord in 2018, waarmee onder meer overtollige kilo’s moeten worden bestreden. Dat blijkt uit de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor 2021 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in samenwerking met het RIVM, het Trimbos-instituut en expertisecentrum Pharos.
De overheid en zeventig maatschappelijke organisaties willen met het Preventieakkoord niet alleen bereiken dat mensen minder zwaar zijn, maar ook dat ze vaker nee zeggen tegen sigaret en borrel. Roken en problematisch alcoholgebruik onder volwassenen moet in 2040 zijn gedaald naar 5 procent, overgewicht naar 38 procent en ernstiger obesitas naar 7,1 procent.
In 2021 lag het aantal volwassenen met overgewicht echter nog steeds op 50 procent, terwijl 14 procent zelfs leed aan obesitas. Het aandeel rokers is wel iets gedaald: van 22 procent in 2018 naar 21 procent vorig jaar. Ook bij het drinken is een lichte daling te zien: 7 procent van de 18-plussers dronk overmatig alcohol, iets minder dan in 2018 en 2019. Het percentage zware drinkers (8 procent) bleef gelijk.
Van overgewicht is sprake bij mensen met een zogenoemde Body Mass Index (BMI) vanaf 25 en van obesitas bij een BMI vanaf 30. Het BMI is een soort maat voor de verhouding tussen je gewicht en je lengte. Overmatige drinkers zijn vrouwen die meer dan 14 glazen per week drinken en mannen die er meer dan 21 per week wegwerken. Een zware drinker ben je als je als man minstens 1 keer per week 6 of meer glazen alcohol op één dag drinkt of als je als vrouw minstens 1 keer per week 4 of meer glazen alcohol per etmaal achteroverslaat.
Overgewicht en roken komen meer voor onder mensen met een lagere welvaart of een lager onderwijsniveau.