Hoogste VN-rechters kijken naar ‘genocide’ in Oekraïne
Het Internationaal Gerechtshof, het hoogste juridische orgaan van de Verenigde Naties, buigt zich maandag en dinsdag over het conflict tussen Rusland en Oekraïne.
De rechters kijken niet naar de invasie en de oorlog zelf, maar naar de aanloop. Rusland beschuldigde Oekraïne toen van een genocide op Russischtalige en pro-Russische inwoners van de afvallige regio’s Donetsk en Loehansk. Moskou besloot eerst de onafhankelijkheid van die twee regio’s te erkennen en viel daarna Oekraïne binnen. Volgens Rusland was de inval (”speciale militaire operatie”) gerechtvaardigd om de inwoners te beschermen.
Oekraïne stapte naar het Internationaal Gerechtshof. President Volodimir Zelenski zegt dat er helemaal geen genocide was en wil dat de VN-rechters vaststellen dat Rusland daarom „geen enkele wettelijke basis had om actie in en tegen Oekraïne te ondernemen om genocide te voorkomen en te bestraffen”.
Op maandag komt Oekraïne aan het woord. Op dinsdag krijgt Rusland de kans om daarop te reageren.
Het Internationaal Gerechtshof is gevestigd in het Vredespaleis in Den Haag. Bij de gemeente zijn geen demonstraties aangemeld.
De aanklager van het Internationaal Strafhof, ook in Den Haag, kijkt eveneens naar de oorlog in Oekraïne. De Brit Karim Khan onderzoekt of er oorlogsmisdaden of misdaden tegen de menselijkheid zijn gepleegd.