Het Gesprek: Jan Broere, veehouder met plezier in politiek
Boer en SGP-raadslid Jan Broere (58) dacht veel na over hoe je de christelijke boodschap overbrengt aan anderen. Toen Oudewater in 2020 een nieuwe burgemeester kreeg, mediastrateeg bij homo-organisatie COC, nodigde Broere hem meteen uit op zijn boerderij. „Ja, mét zijn man. Ze brachten aan de keukentafel zelf het thema homoseksualiteit ter sprake. Ik heb uitgelegd hoe ik de scheppingsorde zie. We hadden een goed gesprek.”
„Jazeker”, zegt Broere, als hij halverwege de middag zijn stal inloopt, waar zo’n 75 melkkoeien zich in alle rust te goed doen aan hoopjes kuilvoer. „Elk dier herken ik individueel. De meeste zijn nakomelingen van Josuper, momenteel de meest succesvolle KI-stier.” Dat Broere vorig jaar van alle Oudewaterse boeren de hoogste melkproductie per dier had, hoeft de journalist, wat hem betreft, niet op te schrijven.
„Boer zijn is geen beroep, het is een leefwijze”, poneert de welbespraakte agrariër uit de onder Oudewater gelegen buurtschap Hoenkoop. „Je bent altijd bezig, hè? Zestig tot vijfenzestig uur werken, week in, week uit. Dat vinden wij normaal. Over de beloning per uur zullen we het maar niet hebben; die is bedroevend. Wie boer wordt, moet zijn horloge weggooien, zei mijn vader altijd. En hij had groot gelijk.”
Toen Jan vier jaar oud was, wilde hij al veehouder worden. „Het zit blijkbaar in mijn genen.” Ruim een halve eeuw later geniet hij nog dagelijks van zijn werk. En nee, van lange werkweken maken raakt niemand burn-out, gelooft Broere. „Als er maar een balans is tussen lichamelijke en geestelijke arbeid. Zelf ben ik al tien jaar niet op vakantie geweest. Geen behoefte aan. Wie vakantie echt nodig heeft, is voor zichzelf al drie grenzen overgegaan.”
Het raadswerk kost hem elke week zo’n tien tot vijftien uur. „Dat is voor mij geen probleem. Het komt voor dat ik om twaalf uur ’s nachts thuiskom, er een koe staat te kalven en het kalf achterstevoren zit. Dan ben ik midden in de nacht nog een uur bezig, maar dat doet me niks. Dan heb ik het prima naar m’n zin en staat de wereld voor mij stil.”
Op een andere avond zag hij om halftien dat er een pink tochtig was. Ging hij meteen insemineren. „Mijn vrouw zei: Kan dat morgen niet? Ik zei: „Nee, ga ik nu doen.” Ik geniet van dit werk en laad ervan op.”
Ook van het werk in de gemeenteraad?
„Ook dat doe ik met veel plezier. Mijn vader zei altijd: Je moet iets naast je normale werk doen, anders ga je te veel op in je bedrijf. Bij de gemeentelijke politiek ben ik al zo’n 25 jaar betrokken, waarvan 16 jaar als gemeenteraadslid. De laatste vier jaar zaten we als ChristenUnie-SGP in het college, samen met VVD/D66 en De Onafhankelijken. We leveren ook een wethouder, Bas Lont van de ChristenUnie.
Dit avontuur is ons goed bevallen. We kregen veel voor elkaar. Dossiers die jarenlang vastzaten, hebben we los weten te trekken. Er komt een nieuw zwembad – een project waarover al veertig jaar gepraat werd. Er mogen in Oudewater 850 huizen bijgebouwd worden. De zorgvoorzieningen zijn op orde. Kortom, wij zijn de meest succesvolle coalitie die Oudewater ooit gehad heeft.”
Zijn er ook minpunten aan het coalitiebeleid?
„Eerlijk is eerlijk: het heeft veel geld gekost. Om die reden krijgen we van de oppositie regelmatig op onze kop. Maar wij zeggen: Alle zaken in Oudewater die we voor de toekomst veilig wilden stellen, hébben we veiliggesteld. Kijk, we zijn in ons stadje chauvinistisch, dus we willen als het even kan zelfstandig blijven. Maar er hoeven in Den Haag maar een paar bobo’s iets te zeggen en we zitten bij Woerden. Als dat gebeurt, hebben wij de zaken die voor onze inwoners van belang zijn, geregeld.”
De SGP werkt in uw woonplaats nauw samen met de ChristenUnie. Loopt dat contact goed?
„Heel goed. Van 2014 tot 2018 was ik het enige raadslid namens ChristenUnie-SGP. Bij de laatste raadsverkiezingen zaten we boven de 10.000 inwoners en gingen we van een gemeenteraad van dertien naar een van vijftien. Toen heb ik gezegd: Weet je wat? Ik sta mijn eerste plek op de lijst af aan de nummer twee, een jong ventje van 21, Vincent Bos, van de ChristenUnie. Dan kunnen we zomaar twee zetels halen.
En dat lukte! Vincent kerkt in hervormd Oudewater. Hij trekt een jongere generatie kiezers aan. Zelf kerk ik in hersteld hervormd Stolwijk. Samen bestrijken we een breder spectrum van onze achterban. Ja, Vincent was de achterliggende jaren dus ook fractievoorzitter. Heb ik totaal geen moeite mee.
Groot voordeel is dat ik nu meer tijd heb voor direct contact met inwoners. Elke maand zit ik wel een paar keer bij burgers aan de keukentafel. Dan is er weer iemand die uitgekocht wil worden. Of iemand die niet weet hoe hij een bouwperceel moet omzetten. Die mensen weten de regels niet en roepen mij er dan bij. Ik weet precies welke ambtenaren zij moeten spreken en ken de regels waar ze tussen moeten vallen. Dat directe contact vind ik het mooiste werk dat er is.”
In 2020 kreeg Oudewater een nieuwe burgemeester, de CDA’er Danny de Vries. Een heel andere persoon dan zijn voorganger, de SGP’er Pieter Verhoeve.
„De Vries is mediastrateeg bij homobelangenorganisatie COC en in die wereld bepaald geen kleine jongen. Dus toen wij elkaar voor het eerst een hand gaven, zag ik hem kijken. Zo van: Ah, een raadslid van de SGP; wat moet ik van zo iemand verwachten?
Nu is het in Oudewater een gewoonte geworden dat alle raadsleden, als er een nieuwe burgemeester komt, die man of vrouw ergens mee naartoe nemen. Iets waarvan je het belangrijk vindt dat de burgemeester het leert kennen.
Ik ben veehouder, dus ik heb tegen De Vries gezegd: „Kom kijken op mijn bedrijf.” En ik zei: „U hebt een man, dus kom met z’n tweeën.” En zo geschiedde. En het mooie was: terwijl we aan de keukentafel zaten te praten, begonnen ze zelf over het thema homoseksualiteit en gender. Daar hebben we vervolgens een heel goed gesprek over gehad.
Als onze burgemeester de raadsvergadering opent, begint hij altijd met: „Dames en heren… en alles wat daar tussenin zit.” Ik heb hem uitgelegd hoe ik daar tegenaan kijk. Dat ik uitga van de scheppingsorde. Er is een man… en er is een vrouw. En die man en die vrouw krijgen samen kinderen. Die gang van zaken zorgt voor ons leven en voor onze welvaart. Dat begreep hij. En daar was hij het in zekere zin mee eens.
We hebben het ook gehad over het regenboogakkoord dat hij in Oudewater wilde sluiten. Ik heb hem gezegd dat we in Nederland vrijheid van meningsuiting hebben, maar dat het vreemd is dat iedereen christenen of moslims mag beledigen, maar dat wij homo’s of transgenders niet mogen beledigen. En moeten wij dan, zei ik, een akkoord gaan ondertekenen dat we jullie niet mogen beledigen of kwetsen? Dat gaan we niet doen.
Zo hebben we elkaars nieren geproefd. Later heb ik, van hemzelf maar ook van anderen om hem heen, gehoord dat hij het een zeer waardevol gesprek had gevonden. Bij onze eerste handdruk keken we de kat uit de boom. Als ik hem nu tegenkom, is het: „Ha Jan!” Wie met respect voor de ander zijn Bijbelse visie uiteenzet, beledigt niemand en kan in principe met iedereen samenwerken.”
Constructief en respectvol naar andersdenkenden. Zo typeert VVD-raadslid Elly van Wijk u. Waar komt die houding bij u vandaan?
„Voor een deel uit mijn opvoeding. Mijn ouders hadden een typisch gezinsbedrijf. Altijd liepen we met z’n vieren het werk te doen: mijn vader, mijn moeder, mijn zus Dittie en ik. Mijn zus had het syndroom van Turner, ze is 43 jaar oud geworden. Zij was altijd thuis en liep gewoon mee in het bedrijf. Ieder droeg zijn steentje bij. Op die manier heb ik geleerd echt samen te werken.
Verder heb ik veel opgestoken van de Amerikaanse managementsgoeroe Stephen Covey. In zijn boek ”De zeven eigenschappen van effectief leiderschap”, 25 miljoen keer verkocht, legt hij onder meer uit dat je eerst moet proberen de ander te begrijpen, om daarna er je best voor te doen dat hij ook jou gaat begrijpen. Zulke ideeën probeer ik in praktijk te brengen, juist ook in contacten met andersdenkende politici.”
Blijft wel staan dat een SGP’er anno 2022, met zijn opvattingen over relaties, leven en dood, of zondagsrust, een enorme kloof moet overbruggen wil hij anderen nog enigszins bereiken.
„Wat mij betreft zijn er twee ‘geheimen’ om met andersdenkenden in de praktijk van alledag toch door één deur te kunnen. Eén: denk zwart-wit. Ja, in het gezin, in de fractie of in de raad krijg ik daar weleens verwijten over. „Pa, je denkt zo zwart-wit.” Maar ik zeg: je moet eerst goed weten waar je zelf staat. Daarna kun je altijd nog nuanceren.
En het tweede punt: communiceer helder. Daarin is mijn eigen partij, vind ik, niet altijd goed. Vooral de laatste tijd wordt de SGP weleens te populistisch. Populisme is het verdienmodel van FVD, van de PVV en nog een aantal partijen. Wij moeten daar niet in meegaan. We moeten, als we uitgenodigd worden op een demonstratie, niet zo makkelijk met de demonstranten meepraten.
De kracht van een klein partijtje als de SGP heeft altijd gelegen in onze kundigheid, in de kracht van onze argumenten en in ons vermogen tot netwerken. Daarmee krijgen we, soms, dingen voor elkaar. Zo deed Van der Vlies, onze vorige leider, die ik erg bewonderde, het ook steeds.”
Noemt u eens een voorbeeld van te populistische woorden of daden van SGP’ers.
„Hmm, laat ik het maar gewoon bij mezelf houden. In 2015 kwam de Tour de France op zondag door Oudewater. Ouderling John Mastenbroek uit Gouda had toen gezegd: „Je zou spijkers op de weg gooien.” Dat haalde ik aan tegenover een journalist. Meteen stond op de website van het AD: „Broere zegt: Spijkers op de weg.” Het werd een hele rel, ik kreeg zo’n 500 reacties, waarbij mensen zelfs de spijkers aan het kruis van de Heere Jezus erbij haalden. Verschrikkelijk. Al snel dacht ik: ik had me zo niet moeten uitlaten.
Later kwam er een bus van RTV West naar Oudewater. Men wilde mij ook horen en de journalist zei dat ik zeven minuten spreektijd kreeg. Ik dacht: mooi, dan kan ik een gedegen verhaal neerzetten. Maar toen ik daar stond, ging minuut na minuut voorbij zonder dat ik het woord kreeg. Op een gegeven moment heb ik de microfoon gegrepen en gezegd: „Beste mensen, u kunt op deze zondag in Montfoort naar de kerk gaan, daar zijn alle kerken open. U kunt daar Jezus ontmoeten. Die racefietsers? Die zijn in tien seconden voorbij. Maar als u Jezus ontmoet, bent u dat de dag erna niet vergeten, de week erna niet en uw hele leven niet.”
De verslaggeefster van RTV was woest en beet me toe: „U lijkt wel een dominee.” Ik dacht: dit is het mooiste compliment dat ik ooit gehad heb.
Nou ja, ook die laatste actie van mij was populistisch, maar dáár blik ik dan wél weer tevreden op terug. Alleen, je moet dat soort dingen niet te vaak doen.”
U bent altijd bezig met nuttige dingen. Hebt u nog echte hobby’s?
„Lezen, al kom ik er minder aan toe dan ik zou willen. Wel houd ik elke dag stille tijd, met een goed boek. Als ik om halfzes opsta, ontbijt ik met havermout. Ik houd me al jaren aan het zogeheten Genesisdieet, een eetpatroon gebaseerd op Bijbelse richtlijnen, met veel granen. En dan lees ik zo’n twintig minuten, in alle stilte en rust, iets stichtelijks voor mezelf.
Dat kan een boek van ds. A. Moerkerken zijn; die man heeft zo’n ongelooflijke gave om grote en moeilijke onderwerpen neer te zetten in hapklare brokken, zodat iedereen het begrijpt. Momenteel lees ik zijn boek over de Dordtse Leerregels; prachtig.
En zo heb ik in de loop der jaren al heel wat theologische boeken gelezen. De ”Redelijke Godsdienst” van Brakel heb ik twee keer gelezen, ik las Calvijns ”Institutie”, Ambrosius’ ”Het zien op Jezus” en Bostons ”Viervoudige staat”.
Door zulke boeken moet je heen krúípen. En liever ’s morgens, als je hoofd nog leeg is, dan ’s avonds. Als je in zulke werken elke morgen vier bladzijden leest, heb je de hele dag iets om over na te denken. En dan moet je daarna natuurlijk niet meteen je tablet of mobieltje pakken. Soms komt er halverwege het melken zomaar weer een mooie passage bij me boven.”
„Wacht, ik zal je iets laten zien”, zegt Broere, en hij loopt naar een kleine bijkamer. Daar staan, behalve de naaimachine van zijn vrouw, enkele kasten vol theologische boeken én een verzameling Bunyan-parafernalia: een borstbeeld van de ketellapper van Bedford, een straatnaambord met ”Bunyan-allee”, bekers met Bunyan-opdruk et cetera. „Al veertig jaar lang lees ik elk jaar ”De Christenreis” een keer door. Ik verzamel van dat boek zo veel mogelijk uitgaven. Ook Engelse Kruidvat-versies en vereenvoudigde, gepopulariseerde navertellingen. Die in de serie Puriteinse Klassieken is uitgekomen, waar prof. dr. A. Baars een inleiding bij schreef, is heel mooi. Baars probeert door te dringen tot de kern: wat heeft Bunyan nu echt bedoeld?
Zijn antwoord: Bunyan wilde die pelgrim schetsen op de weg waarop God hem had geplaatst, met de opdracht die weg te blijven volgen, heel zijn leven. Niets meer en niets minder. Het ene jaar valt me, als ik het boek lees, dit op, het andere jaar dat. Soms denk ik: die IJdelsheidskermis, hè? Waarom heeft God daar geen weg omhéén gemaakt? Maar nee, we moeten door de wereld. Hier hebben we ons werk en onze roeping. En de vraag is: hoe doen wij dat?”
>rd.nl/hetgesprek