Sopraan Nanette Mans (21): Het liefst elke dag op het podium
Ineens duikt haar naam overal in de concertagenda’s op: sopraan Nanette Mans. Zaterdag 12 maart is de 21-jarige conservatoriumstudente een van de solisten bij een uitvoering van de ”Messiah” van Händel in Dordt. „Het liefst sta ik elke dag op het podium.”
Als 13-jarige zingt Nanette uit het niets mee in een concert met hoogtepunten uit Bachs ”Matthäus Passion”. Als 15-jarige komt ze bijna tegen wil en dank op een koorschool terecht, waar ze binnen een paar weken meedoet in Bachs ”Johannes Passion” en even later al solo mag zingen.
Ze vertelt het in de Stadsbrasserie van Rotterdam zonder opsmuk, bijna verontschuldigend. „Ik zing makkelijk van blad en heb een goede stem. En een sterke muzikaliteit, denk ik.”
Die muzikaliteit wordt gevormd tijdens haar jeugd in Woerden. In huize Mans –geen familie van de gelijknamige organist uit Woerden– klinkt altijd klassieke muziek. „Mijn vader luisterde iedere avond naar muziek, uit heel verschillende periodes: van Monteverdi, Bach, Strauss, Dvorak.” Die klanken worden haar dus met de paplepel ingegoten. Zelf gaat Nanette als ze 7 is op dwarsfluitles – het instrument dat haar moeder bespeelt. Dat doet ze zeven jaar. Dan geeft de dwarsfluit haar geen inspiratie meer.
Intussen heeft ze het zingen ontdekt. Als haar vader met het kerkkoor van de gereformeerde gemeente een programma met hoogtepunten uit Bachs ”Matthäus Passion” gaat zingen, mag Nanette van dirigent Leo Mauritz meedoen. Ze is 13 –en geen 16, de ondergrens van het koor– maar dat is geen probleem. Hoe ze terugkijkt op die uitvoering? „Heel leuk. Ik vond mijn stem een veel mooier instrument dan een dwarsfluit.”
Vriendinnen van haar zitten op de koorschool van Ars Musica in Gouda, die geleid wordt door Marjon van der Linden. Of Nanette eens meegaat. Dat doet ze. Maar ze is niet enthousiast. „Ik vond het zo saai.” Toch gaat ze nog een paar keer mee, en besluit dan te blijven. Daarvoor moet ze auditie doen. Blijkbaar is die voor dirigent Van der Linden overtuigend: Nanette mag direct meedoen met een uitvoering van Bachs ”Johannes Passion”, drie weken later in Alphen aan den Rijn. Hoe ze daaraan terugdenkt? „Erg leuk. M’n drie beste vriendinnen zongen ook mee hè.”
Intussen doet ze het vwo op het Driestar College in Gouda, met een exact profiel. Diergeneeskunde heeft ze in haar hoofd. Tot muziekdocent Cornelis van Dis haar en een vriendin overhaalt een profielwerkstuk voor muziek te maken. Het wordt een complete opera rond de Griekse mythe over Orpheus en Eurydice. Tekst en muziek schrijven de twee zelf. En de uitvoering gaat voortreffelijk. De vriendinnen krijgen een 10.
Dat is het moment dat Nanette denkt: muziek is wel wat voor mij. Ze heeft dan al privézangles bij Tamar Niamut. Die vraagt ze haar voor te bereiden op het toelatingsexamen van het conservatorium. Zo gebeurt. Inmiddels zit ze in het vierde jaar van de bachelor zang bij Codarts in Rotterdam.
Onbevangen
Ze ging er destijds onbevangen in. Dat ze op de zangopleiding niemand uit christelijke kring tegenkomt, was bijvoorbeeld een verrassing. Maar ze ervaart veel ruimte om uit te komen voor haar geloof. „Ben jij gelovig? Prima.”
De zondag is wel een lastige, ervoer Nanette. Ook daar had ze niet bij stilgestaan. Al in het eerste jaar was er vanuit de opleiding een koorproject met een concert op zondag. Daar kon ze niet aan meedoen, gaf Nanette aan. Gelukkig mocht ze haar punten op een andere manier halen. Maar er werd wel flink op haar ingepraat: dit zou vaker gaan voorkomen.
Toen er een „gigakans” kwam om samen met een docent, de bekende bariton Henk Neven, te zingen, vond ze dat ze die niet voorbij kon laten gaan. Ondanks dat het op zondag plaatsvond. Hoe ze haar keus rijmt met het principe van de zondagsrust? „Het was in een kerk en het was liturgische muziek. Ik heb nu het standpunt dat ik in zo’n setting op zondag wel wil meezingen. Ook betaald. Een organist en een predikant krijgen toch ook betaald voor wat ze op zondag doen?”
Haar christen-zijn speelt een grote rol in haar muzikale bezigheden, zegt Nanette. „Ik denk dat je geestelijke muziek van bijvoorbeeld Bach of Mendelssohn beter kunt communiceren als je zelf gelovig bent. Dan snap je de diepere laag en kun je de emotie beter overbrengen, omdat je die zelf ervaart.” Bij zulke muziek heeft ze een voorsprong op niet-christelijke medestudenten, denkt ze. „Een huisgenoot die niet religieus is ging laatst toch maar eens een Bijbel kopen; dan snapte ze de ”Matthäus Passion” beter.”
Rietlandschap
Veel heeft Nanette naar eigen zeggen te danken aan de mensen rond Ars Musica. Marjon van der Linden liet haar al op haar 15e een solorol zingen in muziek van Vivaldi. Met organist Gerben Budding heeft ze in de Goudse Sint-Jan, waar Nanette inmiddels zelf naartoe gaat, intussen heel wat optredens gegeven en vormt ze sinds kort een vast duo. En onder dirigent Patrick van der Linden zong ze al diverse solorollen in grote koorwerken. „Vergeleken met medestudenten heb ik, ook in coronatijd, ontzettend veel podiumervaring kunnen opdoen.”
Ze zingt een breed repertoire: van renaissancemuziek van Monteverdi tot eigentijds werk van Daan Manneke. Een voorliefde heeft ze voor muziek van vóór Bach: werken van Schütz, Schein en Purcell. Maar ze geniet ook van de liederen van Schubert, Ravel of Poulenc. Met pianiste Mieke Verduijn vormt Nanette inmiddels een vast duo om dat repertoire uit te voeren.
En moderne muziek van Daan Manneke? „Het is zo interessant dat je de componist nog kunt spreken. Ik zong zijn motet over Psalm 92. Dan bel ik Manneke: Hoe bedoelt u dit, of hoe ziet u dat voor zich? Als hij dan zegt dat hij bij een bepaald onderdeel een ruisend rietlandschap in gedachten heeft, helpt mij dat bij het uitvoeren. Na de uitvoering stuurt hij dan een lange mail met op- en aanmerkingen. Heel leuk! Daar leer ik enorm van.”
Muziek maken
Volgende week zaterdag werkt Nanette in de Augustijnenkerk in Dordrecht als solist mee aan een concert van Ars Musica onder leiding van Patrick van der Linden. De ”Messiah” van Händel staat op het programma. Spannend? „Ik ervaar eigenlijk geen spanning meer. Met mijn dwarsfluit gaf ik al uitvoeringen en sindsdien heb ik heel veel podiumervaring opgedaan. Echt fijn, want dan kun je muziek gaan maken en je helemaal concentreren op het verhaal.”
Hoe ze zich voorbereidt? „Ik voerde het werk in november ook al uit, met Toonkunst Amersfoort. Het instuderen van tekst en muziek heb ik dus al gedaan. Ik ben niet iemand die passages die nog niet helemaal lekker gaan vijftig keer gaat herhalen; dat kan ik niet. Ik denk veel over de muziek na. Mindtraining, noem je dat. Al denkend kom je verder met zo’n stuk.”
Of er een speciaal onderdeel is dat er voor haar uitspringt? „Voor de sopraan is natuurlijk de solo ”Rejoice” technisch altijd weer een uitdaging. Maar ik noem het een-na-laatste onderdeel, ”If God be for us”. Die aria wordt vaak geschrapt, vanuit de gedachte dat de sopraan toch al vijf aria’s heeft. Maar het is zo’n ontzettend mooi stuk!”
De jonge sopraan, die inmiddels als zangpedagoog bij de koorschool van Ars Musica zestig kinderen coacht, lijkt één brok muziek. „Het liefst sta ik elke week op het podium, of zelfs elke dag. Ik geniet er echt ontzettend van.” Zelfs als ze met de stofzuiger loopt, hoort ze muziek. „Het geluid van dat apparaat geeft een G; dan begint er in mijn hoofd gelijk een stuk in G te zingen.” Buiten gebeurt hetzelfde. „Als ik een vogel een terts hoor fluiten, hoor ik direct een stuk dat zo begint.”
Meer informatie: www.nanettemans.com