Twee kerken in Irak aangevallen
Opstandelingen hebben dinsdag twee kerken in de Noord-Iraakse stad Mosul aangevallen. De gewapende mannen vielen de gebedshuizen binnen, verjoegen de aanwezigen en lieten explosieven afgaan die de gebouwen beschadigden en in brand zetten, aldus leden van zowel de getroffen Armeens-apostolische als de Chaldeeuwse gemeenschap. Niemand raakte gewond.
Sinds het begin van dit jaar zijn zestien kerken het slachtoffer geworden van terrorisme. Bij deze aanslagen zijn totaal ongeveer 200 christenen om het leven gekomen.
Een van de grootste aanslagen vond plaats in augustus. Gecoördineerde aanslagen met autobommen op kerken in Mosul en Bagdad kostten toen ten minste twaalf personen het leven.
Veel Iraakse christenen zoeken hun toevlucht in het noorden van Irak. Een politieke beweging die de belangen van de christenen in Noord-Irak vertegenwoordigt, is de Assyrische Demokratische Beweging. Zij dringt er bij de Iraakse regering op aan om een veiligheidszone in Noord-Irak te creëren, vergelijkbaar met veiligheidszone voor de Koerden.
„De aanvallen op christenen zijn op dit moment erger dan tijdens het regime van Saddam-Hussein”, aldus Yonadam Kanna, algemeen secretaris van de Assyrische Demokratische Beweging. Kanna verwacht niet dat de christenen zelf militante bewegingen gaan vormen. Wel kan zijn beweging als het nodig is meer dan 10.000 mensen bewapenen. Een speciale bescherming van de christenen door de coalitietroepen wijst hij van de hand.