Frankrijk strijkt tricolore in Mali na ernstig verstoorde verhoudingen
Het doek is gevallen: Frankrijk verlaat Mali. Het Elysée kondigde donderdag samen met zijn Canadese en Europese partners aan alle troepen uit het West-Afrikaanse land terug te trekken. Als een verrassing kwam het besluit niet. De verhoudingen tussen het Franse leger en de militaire junta in Mali waren al langere tijd ernstig verstoord. De verhoudingen tussen het Franse leger en de militaire junta in Mali waren al langere tijd ernstig verstoord. De aankondiging kwam twee weken na de uitwijzing van Franse ambassadeur uit Mali door de autoriteiten in Bamako. Kort daarvoor had de Franse minister van Buitenlandse Zaken Jean-Yves Le Drian het regime van Mali „onwettig” en „losgeslagen” genoemd.
Met de terugtrekking van de zogenaamde Takuba-taskforce komt een einde aan negen jaar Franse en westerse aanwezigheid in Mali. Ook Nederland leverde jarenlang een bijdrage aan de strijd tegen jihadistische groepen in het land. Succesvol kunnen de operaties moeilijk worden genoemd: de terreur in Mali is allesbehalve verdwenen en heeft zich enkel uitgebreid naar omringende landen. De groepen roeren zich niet alleen in het grensgebied van Burkina Faso, Mali en Niger, maar ook steeds zuidelijker.
Le Drian zei vrijdag dat Frankrijk op de goede weg was om zijn doelstellingen in Mali te bereiken. „Het land is geen islamitisch kalifaat geworden”, voegde hij eraan toe. In 2013 wisten Franse troepen inderdaad te voorkomen dat het noorden van Mali in een soort kalifaat zou veranderen. Maar net als bij de Amerikaanse inzet in Afghanistan lijkt voor de Franse aanwezigheid in Mali te gelden dat vooral de korte klap effectief was.
In Franse media is de afgelopen weken dan ook veel geschreven over het falen van de opeenvolgende Franse operaties sinds 2013. Sommige analisten denken dat de omvang van de operaties te klein was, andere wijzen vooral op het ontbreken van een duidelijk militair doel voor de langere termijn. Wat zeker niet hielp, waren geschillen tussen de verschillende Malinese regimes en de Fransen over de plan van aanpak. Een twistpunt was bijvoorbeeld de vraag in hoeverre onderhandelingen met de jihadisten mogelijk zijn. Voor Parijs was dat een onbegaanbare weg, voor Bamako niet.
Met de komst van de junta na de staatsgrepen van 2020 en 2021 waren de geschillen niet meer te hanteren. Met name het inhuren van Russische huurlingen door Mali zorgde voor grote fricties. Daarbij kwam toenemende weerstand van de Malinese bevolking tegen de aanwezigheid van de oude kolonisator in het land. Wat deden die militairen er eigenlijk nog als het voor de veiligheid weinig verschil uit leek te maken?
De terugtrekking van westerse troepen, die tussen de vier en zes maanden gaat duren, betekent overigens nog geen einde aan de Franse en westerse aanwezigheid in de regio. Het zwaartepunt van de Franse en Europese missies zal verschuiven naar de naburige landen Niger en Nigeria. In Mali zelf blijft een VN-vredesmissie actief, Minusma. President Emmanuel Macron beloofde donderdag in juni terug te komen met een nieuw plan van aanpak voor de strijd in de Sahel. Het nut van zo’n plan staat buiten kijf, maar zal meer moeten omvatten dan een militaire strategie. Van groter belang is dat de voedingsbodem van jihadistische groepen wordt aangepakt.