Dat blijkt uit de schriftelijke inbreng van de hoogleraren Thijs Kuiken en Ron Fouchier van het Erasmus MC voor een hoorzitting donderdag in de Tweede Kamer.

Tussen 2013 en 2021 zijn in Europa, Afrika en Azië 863 mensen via pluimvee besmet met H5N1-vogelgriep. Daarvan zijn er 456 aan het virus overleden. Het huidige H5N1-virus, dat dit seizoen al meer dan twintig Nederlandse pluimveebedrijven heeft getroffen, blijkt ook zoogdieren te besmetten. Kuiken en Fouchier noemen zeehond, vos, otter, bunzing en wild zwijn. Sommige dieren zijn doodgegaan aan een herseninfectie. Daarbij ontstonden volgens hen „herhaaldelijk” varianten van het virus die riskanter zijn voor zoogdieren en mensen.

Ook de wereldgezondheidsorganisatie WHO onderkent dat. Die beschouwt H5-virussen als „een permanente pandemische dreiging” en houdt de ontwikkeling wereldwijd in de gaten. Arjan Stegeman, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht, verwacht dat Nederland de komende jaren met hoogpathogene vogelgriep te maken blijft houden.

Putten

Woensdag is een leghennenbedrijf in het Gelders Putten getroffen door de vogelgriep. Het gaat na Ede (24 januari) om het tweede geval dit seizoen in het hart van de Nederlandse pluimveehouderij. Om verspreiding van het virus tegen te gaan, worden de 77.000 kippen geruimd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

Binnen een straal van 10 kilometer rondom de boerderij –waar een vervoersverbod is ingesteld– liggen behalve tientallen pluimveebedrijven twee slachterijen. Via zogeheten corridors kan de aanvoer van vleeskuikens en eenden naar deze slachterijen doorgaan.