Volkerenmoord
De koffers stonden gepakt. Op de valreep pakte justitie maandag in Amsterdam een man op die verdacht wordt van oorlogsmisdaden en zelfs van genocide, volkerenmoord. Dat is een zware beschuldiging, en misdadigers van dat kaliber zijn niet zo eenvoudig in te rekenen. Het is voor het eerst dat een Nederlander voor genocide is opgepakt.Het betreft een 62-jarige Nederlander die jarenlang grote hoeveelheden grondstoffen voor chemische wapens aan Saddam Hussein geleverd zou hebben. Van A. verzorgde de levering van honderden tonnen thiodiglycol, de belangrijkste grondstof voor mosterdgas. Het Iraakse regime heeft dat gif daadwerkelijk ingezet in de strijd met Iran en de Koerden in het noorden van Irak. Halverwege de jaren tachtig maakte Hussein vele duizenden slachtoffers met behulp van deze strijdgassen. In 1988 bracht hij zeker 5000 Koerden om in Halabja. Veel overlevenden ondervinden tot op de dag van vandaag de gevolgen van de vergiftiging.
Een van de opvallende kanten aan deze zaak is dat de betreffende Amsterdammer al een tijdje rondloopt in Nederland. Hij gaf verschillende interviews aan kranten en tijdschriften en werkte mee aan tv-uitzendingen. Justitie wist niet alleen waar hij verbleef maar zelfs ook wat hij gedaan had. Dat is niet erg gebruikelijk bij oorlogsmisdadigers - die zoek je in Zuid-Amerika of in de Balkan en hun nummer staat niet gewoon in het telefoonboek zoals bij Van A.
De zakenman heeft, blijkens zijn uitlatingen in diverse media, dan ook weinig last van schuldgevoelens. Vorig jaar november vertelde hij voor de tv-camera niet te hebben geweten waarvoor het spul diende.
„Wir haben es nicht gewusst” - dat excuus komt bekend voor. Voor iemand met een laboratoriumstudie is dat een eigenaardige uitvlucht. Ook ten tijde van de transacties, halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw, moet hij beseft hebben waar de Irakezen dit zwavelhoudende goedje voor zouden gebruiken. Elke chemische database meldt dat het de grondstof is voor de dodelijke gifgassen. Weliswaar is thiodiglycol ook voor andere doelen te gebruiken, als kleurstof, inkt of smeermiddel. Echter, met de hoeveelheden die Van A. liet verschepen, zou de hele West-Europese textielindustrie jarenlang vooruit kunnen. Zeker bij een klant als Saddam Hussein zou dan een lampje moeten zijn gaan branden.
De tweede reden waarom van A. geen gewetenswroeging heeft, is dat de zakenman zich niet verantwoordelijk acht voor wat kopers met zijn waar doen. Dat mag dan gelden voor een pompstationhouder die er niet verantwoordelijk voor is waar iemand met zijn benzine naartoe rijdt - bij de handel in chemicaliën ligt dat net iets anders. Van A. had niet alleen gegronde vermoedens kunnen hebben dat Hussein geen 500 ton thiodiglycol invoerde om de gewaden van zijn hofhouding vrolijk geel te kleuren. Hij maakte ook met opzet gebruik van schimmige handelsconstructies, die niet nodig zijn als je een doorsnee kleurstof aan Irak wil verkopen. „Ik heb er geen cent spijt van”, verklaarde Van A. echter.
Het blijft vreemd dat de Amsterdammer zo lang rond kon lopen en zelfs onlangs een nieuw paspoort heeft gekregen. Des te beter dat hij nu niet tussen de vingers van justitie is doorgeglipt. Het openbaar ministerie zal er echter een zware dobber aan hebben om de beschuldiging van genocide te onderbouwen.
Zelfs in het proces tegen Milosevic, die van oorlogsmisdaden in voormalig Joegoslavië wordt beschuldigd, is het onzeker wat de rechter zal doen met de aanklacht van volkerenmoord. Volgens de omschrijving hoort bij genocide dat de daden gericht zijn op de vernietiging van een groep. Die aanklacht zal gemakkelijker hard te maken zijn bij de klant van Van A. dan bij de lugubere handelsreiziger zelf.