Binnenland

Lutjewinkel krijgt uitleg over brand

„Waarom was de mobiele eenheid vrijdagavond zo ruw toen we ons huis uit moesten? En waarom is het luchtalarm niet gebruikt?” „Mogen mijn geiten nu in de tuin eten?” De vragen waren gisteravond op een drukbezochte bewonersavond in een sporthal in het dorpje Winkel zeer divers.

8 December 2004 10:22Gewijzigd op 14 November 2020 01:58
WINKEL – Bewoners van het dorpje Lutjewinkel waren dinsdagavond bijeen om vragen te stellen over de brand die de Campina fabriek vrijdag trof. De kersverse burgemeester van Niedorp, waar Lutjewinkel onder valt, leidde de bijeenkomst. Op de foto is de bu
WINKEL – Bewoners van het dorpje Lutjewinkel waren dinsdagavond bijeen om vragen te stellen over de brand die de Campina fabriek vrijdag trof. De kersverse burgemeester van Niedorp, waar Lutjewinkel onder valt, leidde de bijeenkomst. Op de foto is de bu

Het was vrijdagmiddag een hele schok voor veel inwoners van het Noord-Hollandse dorpje Lutjewinkel toen er voor de tweede keer in vier maanden brand ontstond in de kaasfabriek van Campina. Dit keer waren de brand en de rookontwikkeling zo hevig, dat na enkele uren werd besloten het complete dorp te ontruimen. De 723 inwoners werden opgevangen in een sporthal in Hoogwoud en de toegangswegen tot het dorpje werden afgezet.

De bewoners konden dinsdagavond op een bijeenkomst in het naastgelegen Winkel reageren. Ze gaven er massaal gehoor aan: zo’n 200 mensen kwamen erop af om hun vragen neer te leggen bij de gemeente en de hulpdiensten.

De leiding van de avond was in handen van burgemeester F. M. Weerwind. De gebeurtenis is letterlijk zijn vuurdoop: hij is 1 december pas aangetreden. Na enkele inleidingen van hemzelf, de hulpdiensten en de planmanager van Campina, neemt Weerwind de microfoon in handen. Hij loopt persoonlijk door de zaal om mensen gelegenheid te geven hun vragen voor te leggen.

De bewoonster die wil weten of haar geiten uit de tuin mogen eten, krijgt te horen dat zij ze beter elders kan onderbrengen. Het is namelijk nog niet helemaal duidelijk of de gevolgen van de brand schadelijk zijn voor de tuinen in het dorpje.

Veel meer vragen komen er over het optreden van de mobiele eenheid. De ME, die volgens J. H. M. Molenaar, afdelingshoofd Basis Politie Zorg, iedereen moest verzoeken het dorp te verlaten, blijkt in sommige gevallen niet consequent te zijn geweest. De een kreeg geruime tijd om het dorp per auto te verlaten, de ander werd gesommeerd binnen drie minuten met achterlating van alles in een bus te stappen.

Een van de bewoners reageert woest. „Ik heb nog nooit zulke onbeschofte lui gezien. Ik zou ze zo onder mijn wielen willen leggen.” Afkeurende geluiden zijn zijn deel. Dit gaat de meeste aanwezigen duidelijk te ver.

Toch worden er ook lovende woorden gesproken over het optreden van de ME. „Ik had me volledig voorbereid op een ontruiming”, zegt een van de aanwezigen. „Toen de ME kwam, kon ik meteen mijn huis uit.” De bewoner krijgt de handen op elkaar. Ongeveer eenderde van de aanwezigen weigert echter te applaudisseren. Molenaar en Weerwind beloven beiden een onderzoek in te stellen.

Ook bewoner Hielko Mels mag applaus in ontvangst nemen. Hij is uiterst tevreden over de noodopvang in de sporthal. „Ikzelf ben er slechts enkele uren geweest. Maar mijn vriendin heeft er de nacht door moeten brengen. Ik vond het positief dat er zo veel hulpverleners aanwezig waren.”

De vraag waarom het luchtalarm niet is gebruikt, wordt beantwoord door de brandweercommandant. „Door het luchtalarm zou er paniek kunnen uitbreken. In plaats van dat de mensen binnen zouden blijven, zouden ze waarschijnlijk nieuwsgierig de straat op gaan. We hebben wel overwogen om het alarm te gebruiken, maar we hebben uiteindelijk gekozen voor geluidswagens.”

Voor de mensen die direct te maken hebben met de fabriek, is de brand extra sneu. Vier maanden geleden brandde eveneens een deel van het bedrijf uit, ook al was de brand nu heviger. Herstelwerkzaamheden aan het dak zijn dit keer de oorzaak van de brand. Juist afgelopen maandag zou de fabriekshal weer in gebruik worden genomen. De fabriek levert werk aan zo’n 65 mensen, veelal uit Lutjewinkel zelf of uit omliggende plaatsjes.

F. Raaijmakers, planmanager van Campina in Lutjewinkel en Alkmaar kan nog niet zeggen wat er nu met de vestiging gaat gebeuren. „Vanaf volgende week wordt er weer melk ingezameld. Maar kaasmaken zit er voorlopig nog niet in.”

Ondertussen zit een deel van de werknemers thuis. Een aantal anderen kan echter aan de slag bij vestigingen van Campina in het Limburgse Born en het Zuid-Hollandse Bleskensgraaf. De 48-jarige Rob van der Wal, die in de fabrieksopslag werkt, zette zich de afgelopen periode in in de Bleskensgraafse vestiging. „Ik kon vier maanden niet in Lutjewinkel werken en zou hier juist maandag weer aan de slag gaan.”

Voor Van der Wal betekent de brand van afgelopen vrijdag dat hij voorlopig weer niet vlak bij huis kan werken. „De grote vraag is of het kaasmaken hier wordt voortgezet. De fabriek staat op een goed punt, want we zitten midden tussen de veehouderijen. Ik hoop dat het bedrijf weer gaat draaien.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer