Hof betreurt gebrek aan motivering in ‘tekenincident’ zaak-Wiersum
Het gerechtshof in Amsterdam „betreurt” het dat het afgelopen woensdag niet heeft toegelicht waarom de twee verdachten van de moord op advocaat Derk Wiersum niet „herkenbaar” getekend mochten worden, tijdens een zitting in het gerechtsgebouw op Schiphol. Dat meldt het hof vrijdag in een kort statement.
Het hof deelde aan het begin van de zitting mee dat de verdachten niet herkenbaar getekend mochten worden, zonder nadere uitleg. Er was één tekenaar aanwezig: Petra Urban namens dagblad De Telegraaf. De krant publiceerde donderdag niettemin een ‘normale’ tekening van de beide verdachten, van de hand van Urban.
De onvoorziene beslissing van het hof leidde tot verbazing en ergernis bij de aanwezige pers. In de geldende persrichtlijn van de rechtspraak staat dat er in de rechtszaal getekend mag worden, zonder verdere restricties. In een toenemend aantal zaken, waarin veiligheid een issue is, worden rechtbanktekenaars verzocht professionele procesdeelnemers als rechters en officieren van justitie niet te tekenen. Aan deze verzoeken geven zij gehoor. Verdachten moeten in dit kader voor zichzelf opkomen en doen dat in spaarzame gevallen bij monde van hun advocaat. Sommigen kleden zich in de rechtszaal dusdanig dat hun gezicht nauwelijks zichtbaar is (hoodies, mondkapjes).
Het hof zegt vrijdag dat het een niet gemotiveerde beslissing op de zitting niet achteraf alsnog kan toelichten. Het rechtscollege schrijft dat de beslissing van woensdag is genomen „na afweging van de standpunten van partijen”. Dat wil zeggen: de betrokken advocaten en het Openbaar Ministerie. Die standpunten zijn niet tijdens de zitting besproken. Tijdens het proces bij de rechtbank zijn de twee verdachten al meermalen door tekenaars in beeld gebracht.
De Telegraaf, enkele andere media, het Genootschap van Hoofdredacteuren en journalistenvakbond NVJ hebben zich donderdag schriftelijk beklaagd bij het hof. In de klacht is gevraagd de beslissing alsnog te motiveren of, beter nog, erop terug te komen.
„Het hof heeft goede nota genomen van de commotie die is ontstaan bij de pers”, aldus het rechtscollege in de korte verklaring van vrijdag. „Het hof acht de persrichtlijn zeker van belang voor de weging.” Het rechtscollege tekent daar wel bij aan dat op volgende zittingen „een dergelijke afweging” opnieuw aan de orde kan komen.