Promovenda Jolanda Zwoferink zocht naar de orgelklank die Bach in zijn hoofd had
Welke orgels zijn het meest geschikt om de werken van Bach op uit te voeren? Volgens promovenda Jolanda Zwoferink moeten we daarvoor in Midden-Duitsland zijn. „Laat conservatoriumklassen massaal afreizen naar de streek waar Bach leefde.”
Jolanda Zwoferink (1969) heeft er voor haar onderzoek heel wat uurtjes reistijd op zitten. Vanuit haar woonplaats Zwijndrecht reed de organiste vele malen samen met haar man, de blinde organist Henco de Berg, naar Duitsland. Het doel? De orgels in onder andere Thüringen en Saksen ontdekken die Johann Sebastian Bach (1685-1750) gekend moet hebben en vaak ook bespeeld heeft. Om zodoende zo dicht mogelijk te komen bij de orgelklank waar Bach vertrouwd mee was, die hij in zijn oren had toen hij zijn muziek schreef.
De Zwijndrechtse bespeelde 66 instrumenten in die streek, bestudeerde orgelkeuringsrapporten die Bach schreef, analyseerde disposities van orgelbouwprojecten waar Bach bij betrokken was en bracht het werk van orgelbouwers uit die tijd in kaart. De zoektocht mondde uit in de dissertatie ”Het ‘Bach-orgel’”, waarop Zwoferink deze vrijdagmiddag aan de Katholieke Universiteit Leuven promoveert. Onderdeel van de promotie is een artistieke presentatie. Daarvoor maakte de organiste een opname van een Bachconcert op het orgel van de kathedraal (de voormalige Hofkirche) van Dresden. De video wordt voorafgaand aan de verdediging afgespeeld.
Meerdere typen
De voormalige Hofkirche van Dresden heeft een bijzondere plek in het verhaal van Zwoferinks zoektocht. Daar maakte ze in 2011 haar eerste Bach-cd op het grote instrument van Gottfried Silbermann uit 1755. Met z’n monumentale, brede en lieflijke klank hét ideale Bachorgel, vond ze toen.
Er volgden nog twee cd’s vanuit Dresden in haar Bachserie. Maar inmiddels was ze verder gaan zoeken. En wat bleek? Niet alles wat Bach aan registers wenste, is aanwezig op het orgel in Dresden. Een klokkenspel, bijvoorbeeld, en een cymbelster. En als Bach in 1741 een dispositie ontwerpt voor een nieuwe orgel in Berga, wil hij een Nachthorn 4’ op het borstwerk: een register dat het orgel in Dresden niet heeft.
Kortom, Zwoferink ontdekte dat hét ideale Bachorgel niet bestaat. „Ik heb geen één instrument gevonden waarin al Bachs wensen zijn verwerkt. Zijn orgelwerken vragen daarom om meerdere typen orgels. Natuurlijk, in Dresden klinkt alle muziek van Bach voortreffelijk; het is voor mij nog steeds een van de meest inspirerende instrumenten voor deze werken. Maar er is veel meer te ontdekken in die regio.”
De Zwijndrechtse kwam instrumenten op het spoor waar collega’s uit Nederland, zelfs Bachspecialisten, nog nooit van gehoord hebben. Bijvoorbeeld in Duderstadt, in Nedersaksen. Een drieklaviers orgel van Creutzburg uit 1735. „Ik kende het ook niet. Je maakt dan een afspraak en komt daar voor het eerst in die kerk. Je hoort de klank van het instrument en je denkt direct: Dit is het, dit wil je voor de muziek van Bach.”
In Duderstadt heeft Zwoferink inmiddels het vierde album in haar Bachintegrale opgenomen. Voor het vervolg staan er al heel wat instrumenten in Midden-Duitsland op haar wensenlijstje: grote, maar soms ook orgels met slechts een paar registers. „Daarop kun je mooi Bachs duetto’s uitvoeren.” Ze verwacht twee of drie opnames per jaar te kunnen maken. Maar een tijdschema heeft ze niet. „Ik wil ook weleens wat anders: Franck, of Messiaen bijvoorbeeld.”
Schnitger
Wat hoopt de organiste dat haar onderzoek uitwerkt? „Dat collega’s Midden-Duitsland ontdekken. In ons land staat Bach hoog in het vaandel. Vaak wordt zijn muziek uitgevoerd op orgels van bijvoorbeeld Schnitger, omdat die uit Bachs tijd stammen. Dat kan natuurlijk heel goed. Maar Schnitger komt uit Noord-Duitsland. De klank van zo’n orgel is echt anders dan van een instrument uit Midden-Duitsland waar Bach vertrouwd mee was. Wil je Bachs muziek dus echt historisch geïnformeerd uitvoeren, zoals dat heet, ga dan naar de orgels uit zijn eigen omgeving.”
Conservatoria kunnen daarin een belangrijke rol spelen. „Laat de orgelklassen in groepsverband massaal afreizen naar Midden-Duitsland. Om daar te beleven hoe die orgels klinken. Ik had die ervaring graag op m’n 20e al ondergaan.”