Verdachte aanslagen Parijs ontkent slachtoffers te hebben gemaakt
De enige nog levende verdachte van de bloedige radicaalislamitische aanslagen in Parijs in november 2015, Salah Abdeslam, heeft tijdens zijn proces verklaard dat hij helemaal niemand heeft gedood of verwond. De 32-jarige Fransman kreeg voor het eerst tijdens het in september begonnen proces het woord.
Hij beklemtoonde een aanhanger te zijn van de terreurbeweging Islamitische Staat, maar weersprak zijn vermeende rol als terrorist. Hij zei in deze affaire „aan een stuk door te worden belasterd”. Justitie zou met hem een voorbeeld willen stellen, nu hij een levenslange celstraf riskeert.
De aanklagers menen dat Abdeslam meedeed aan de voorbereidingen van de aanslagen in Parijs én er ook zelf aan heeft deelgenomen. Het feit dat hij als enige terrorist overleefde zou niet de bedoeling zijn geweest van de groep aanslagplegers. Hij zou op het laatste moment ervan hebben afgezien zichzelf op te blazen bij het stadion Stade de France in Saint-Denis, zo verklaarde hij zelf. Er is ook gesuggereerd dat zijn bomgordel defect zou zijn geweest.
De groep terroristen pleegde 13 november 2015 meerdere aanslagen in Parijs en Saint-Denis. Daarbij vielen 130 doden, onder meer in de concertzaal Bataclan. Abdeslam woonde in België waar hij in maart 2016 werd gearresteerd na een schietpartij in Vorst. België heeft hem in datzelfde jaar overgeleverd aan Frankrijk.