Motorfietsenfabrikant Harley-Davidson wint fors op Wall Street
Harley-Davidson schoot dinsdag omhoog op de beurs in New York. De fabrikant van motorfietsen presenteerde kwartaalcijfers en profiteerde de afgelopen periode van een sterke vraag naar de duurdere modellen van zijn motoren op de Amerikaanse thuismarkt. Ook de maker van fitnessapparatuur Peloton Interactive werd fors hoger gezet door beleggers nadat het een flinke reorganisatie aankondigde.
Harley-Davidson boekte afgelopen kwartaal winst, waar analisten hadden gerekend op een verlies. Naast goede prestaties op de Amerikaanse thuismarkt wist het bedrijf de kosten te verlagen en verliet het verlieslatende markten in het buitenland. Het aandeel eindigde de handelsdag met een plus van 15,5 procent.
De reorganisatieplannen van Peloton werden gewaardeerd door beleggers. De maker van fitnessapparatuur gaat een op de vijf banen schrappen en dat betekent dat zo’n 2800 mensen hun baan verliezen. Ook stopt oprichter John Foley als topman. Peloton won ruim 25 procent, nadat het maandag al een vijfde meer waard werd door overnamespeculatie.
Beleggers wachten verder op het belangrijke inflatiecijfer, dat later in de week verschijnt. De vrees dat de Amerikaanse Federal Reserve de rente dit jaar in een rap tempo zal verhogen om de hard oplopende inflatie in het land te beteugelen, houdt Wall Street al weken in de greep.
De Dow-Jonesindex eindigde 1,1 hoger op 35.462,78 punten. De brede S&P 500 won 0,8 procent tot 4521,54 punten en de technologiebeurs Nasdaq steeg 1,3 procent tot 14.194,46 punten.
Pfizer daalde 2,8 procent. De farmaceut en vaccinmaker boekte afgelopen kwartaal minder omzet dan verwacht. Ook de verwachting voor het huidige jaar viel wat tegen. Pfizer verwacht dit jaar 54 miljard dollar, ruim 47 miljard euro, aan omzet te behalen uit de verkoop van vaccins en pillen tegen het coronavirus. De totale omzet zou dit jaar moeten uitkomen op een recordniveau van 98 miljard tot 102 miljard dollar.
De euro was 1,1418 dollar waard, tegen 1,1416 dollar bij het slot van de handel in Europa. De prijs van een vat Amerikaanse olie daalde 1,9 procent tot 89,61 dollar en Brentolie zakte 1,8 procent tot 91,05 dollar per vat.