Emeritus paus Benedictus XVI ontkent leugenaar te zijn
Emeritus paus Benedictus XVI ontkent in een brief met klem een leugenaar te zijn.
Zijn schrijven is een reactie op de aanklacht als zou hij, als voormalig aartsbisschop van München en Freising, medeplichtig zijn aan seksueel misbruik. De tekst van de Duitstalige brief werd dinsdag voorgelezen door aartsbisschop Georg Gänswein, de secretaris van Benedictus XVI, die tot 2013 paus was.
De brief is een reactie op het rapport over misbruik dat –in opdracht van het aartsbisdom München en Freising– vorige maand verscheen. Hierin wordt Benedictus ervan beschuldigd geen actie te hebben ondernomen in vier gevallen van vermeend misbruik toen hij tussen 1977 en 1982 aartsbisschop was. Volgens het rapport was het vooral aan te rekenen dat Joseph Ratzinger, zoals de voormalige paus bij geboorte heet, ontkende aanwezig te zijn geweest bij een bepaalde vergadering in 1980. Op die vergadering zou zijn besloten een reeds van misbruik beschuldigde priester in het aartsbisdom München en Freising op te nemen. Die zou zich later herhaaldelijk aan misbruik schuldig maken.
In de brief –die gedateerd is op afgelopen zondag– zegt Benedictus dat die ontkenning een vergissing is geweest van zijn adviseurs bij de verwerking van bijna 8000 digitale pagina’s. „Dat de vergissing werd misbruikt om twijfel te zaaien over mijn waarachtigheid, zelfs om mij als leugenaar af te schilderen, heeft mij diep getroffen”, schrijft de voormalige paus.
In een document van Ratzingers adviseurs dat de persafdeling van het Vaticaan dinsdag samen met de brief heeft verspreid, wordt ontkend dat de genoemde priester op de bewuste vergadering in 1980 een pastorale aanstelling kreeg en dat er is gesproken over diens vermeende seksueel misbruik.
Hoogste Rechter
In de brief bedankt Benedictus paus Franciscus voor diens steun en vraagt hij vergiffenis aan misbruikslachtoffers: „Ik betreur elk afzonderlijk geval.” Ook blikt Benedictus XVI, die over twee maanden 95 jaar wordt, vooruit op de toekomst. „Spoedig zal ik voor de hoogste Rechter van mijn leven staan. Hoewel ik veel reden heb om bang en bevreesd te zijn als ik terugkijk op mijn lange leven, ben ik toch blij omdat ik er vast op vertrouw dat de Heer niet alleen de rechtvaardige Rechter is, maar ook de Vriend en Broeder die mijn tekortkomingen Zelf al heeft ondergaan en dus als Rechter ook mijn Pleitbezorger is.”