Recept: dadel-sesamballetjes
Het is niet iets waar je meteen bij stilstaat als je je oer-Hollandse volkoren sesambrood ophaalt bij de bakker, maar dat sesamzaadje dat de korst van het brood opvrolijkt heeft al een hele reis afgelegd. De sesamplant groeit in tropisch en subtropisch gebied en komt van oorsprong uit Afrika. Maar ook in India, Zuid-Amerika en in de Arabische wereld wordt sesam al honderden jaren verbouwd, vaak vooral om de olie.
Die sesamolie ís ook een fijn goedje. In de Nederlandse keuken is het niet zo bekend, in de oosterse des te meer. Het geeft een dressing, een wokgerecht of een pasta zomaar een heel eigen smaak. Dit keer gaat het me om het sesamzaadje in z’n geheel. Ook al zo’n smaakvol ingrediënt, dat we eigenlijk te weinig waarderen. De laatste jaren is het in de vorm van pasta –tahin heet het dan– heel bekend geworden, met name door recepten van Yotam Ottolenghi.
In het recept van deze week gaat sesam samen met zoet. Een combinatie die veel voorkomt in de Arabische keuken, maar die we ook hier al jaren kennen. Ik moest meteen denken aan de taai-knapperige zoete sesamcrackertjes die ik als kind soms at. De zoete balletjes uit het recept zijn fijn voor lezers die graag gebruikmaken van natuurlijke suikers, maar zijn voor anderen evengoed lekker.
Ingrediënten (voor 12-15 balletjes):
125 g zachte medjooldadels (ongeveer 6 grote), 25 g wit sesamzaad, 25 g amandelmeel, 25 g kokosolie (roomboter kan ook), 50 g havermout, snuf (liefst grof gemalen)zeezout, 15 g extra (geroosterd) sesamzaad om te bestrooien.
Bereiding
1. Verwarm een koekenpan (zonder olie) en rooster de sesamzaadjes in enkele minuten lichtbruin. Let op, dit kan snel gaan.
2. Ontpit de dadels en snijd ze in stukjes. Doe ze met het sesamzaad in een kleine keukenmachine of in het hakmolentje van een staafmixer. Draai een paar keer.
3. Smelt het kokosvet (of de boter) in een pannetje. Voeg het daarna toe aan het dadel-sesammengsel, en doe ook het amandelmeel, de havermout en het zout erbij. Meng met de machine tot het een kleverige, samenhangende massa wordt.
4. Rol het ‘deeg’ tot een dikke pil (een rol) en snijd in 12 of 15 stukjes, afhankelijk van de gewenste grootte van de balletjes. Vorm elk stukje tot een mooi, stevig balletje.
5. Rol elk balletje door het sesamzaad. Duw goed aan zodat de zaadjes goed aan het balletje kleven. Laat de balletjes opstijven in de koelkast. Serveer ze liefst ook koud.