Onderzoeker wil kind uit armoede halen
In Rotterdam –de armste stad van Nederland– groeit een op de zes kinderen op in armoede. De gemeente, het Nationaal Fonds Kinderhulp en de wetenschap slaan de handen ineen in een poging dat probleem op te lossen.
Prof. Nicole Lucassen van de Erasmus Universiteit is dinsdag gestart als bijzonder hoogleraar Kinderarmoede. Samen met lector Mariëtte Lusse van de Hogeschool Rotterdam gaat zij zich de komende vier jaar inzetten voor de bestrijding van armoede. In de hoop dat ieder kind kan opbloeien.
Wat doet armoede met kinderen en jongeren?
„Opgroeien in armoede kan gevolgen hebben voor alle terreinen van de ontwikkeling. Denk aan sociaal-emotionele en fysieke problemen. Ouders van kinderen die in armoede leven, hebben vaak last van stress, omdat ze de eindjes nauwelijks aan elkaar kunnen knopen. Als een kind ’s ochtends geen ontbijt krijgt, zal dat effect hebben op het schoolwerk. Ook is uitsluiting een groot probleem. Denk aan het feit dat kinderen niet op een sport kunnen omdat daar thuis geen geld voor is. Of een feestje waar ze nee tegen moeten zeggen omdat ze geen cadeautje hebben.”
Hoe is deze samenwerking tot stand gekomen?
„De leerstoel en het lectoraat Kinderarmoede zijn op touw gezet door de gemeente Rotterdam en het Nationaal Fonds Kinderhulp. Samen met twee promovendi gaan we ons de komende vier jaar richten op de bestrijding van kinderarmoede. Daarbij hopen we ook te gaan samenwerken met wetenschappers uit andere disciplines, zoals sociologie, bestuurskunde en economie.”
Wat is het doel van het Onderzoeksprogramma Kinderarmoede?
„We willen vooral inzicht geven in de effectiviteit van interventies. Simpel gezegd: wat werkt wel en wat werkt niet. Zo hopen we beleidsmakers te informeren en te helpen om meer onderbouwde keuzes te maken. Daar hebben de gemeente en Kinderhulp behoefte aan. We willen in dit onderzoek ook heel specifiek kinderen en jongeren aan het woord te laten. Soms dragen zij heel vernieuwende ideeën aan over een goede aanpak van armoedebestrijding. We hopen dus niet alleen over hen te spreken, maar ook met hen.”
Waar denkt u bij interventies concreet aan?
„Een gezin dat in armoede leeft, krijgt bijvoorbeeld schuldhulpverlening, begeleiding in de opvoeding en hulp om stress te verminderen. Met ons onderzoeksteam willen we gaan kijken hoe elk gezin met maatwerk effectieve ondersteuning krijgt die past bij de individuele behoeften.”
Wat is uw drijfveer om bezig te zijn met onderzoek naar armoedebestrijding?
„Ik ben van huis uit pedagogisch wetenschapper en houd me zodoende bezig met de opvoeding van kinderen. Mijn ultieme doel is de optimale ontwikkeling van ieder kind. In mijn werk ben ik bij gezinnen die met armoede te maken hadden thuis geweest. Als ik zie dat kinderen door de context waarin ze opgroeien benadeeld worden, wil ik daarmee aan de slag, om uiteindelijk wel tot die optimale ontwikkeling te komen.”