Economie

Van Rij schuift compenseren spaarders noodgedwongen voor zich uit

Staatssecretaris Van Rij (Financiën) is er bij lange na nog niet uit. Er zijn de nodige dilemma’s die het compenseren van spaarders die te veel belasting betaalden bemoeilijken.

2 February 2022 11:26
Staatssecretaris Marnix van Rij. beeld ANP, Bart Maat
Staatssecretaris Marnix van Rij. beeld ANP, Bart Maat

Dat blijkt uit de brief die staatssecretaris Marnix van Rij dinsdagavond naar de Tweede Kamer stuurde. „Concluderend is het een enorm lastige puzzel die op korte termijn gelegd moet worden”, sombert de bewindsman in de slotalinea van zijn brief. Woensdagmiddag en -avond debatteert de Tweede Kamer over de kwestie.

Eind december, vlak voor het aantreden van de staatssecretaris oordeelde de Hoge Raad dat de Belastingdienst rechtsherstel moet bieden aan ten minste tienduizenden spaarders. De wijze waarop de fiscus de afgelopen jaren vermogens heeft belast, is in strijd is met het recht op eigendom en het verbod op discriminatie, zoals vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).

De Belastingdienst berekende tot voor kort de zogenaamde box 3-heffing –ook wel spaartaks– op basis van veronderstellingen. De fiscus maakte aannames over welk deel van het vermogen belastingbetalers op hun spaarrekening laten staan, welk deel ze in aandelen beleggen en wat voor rendement ze met hun spaargeld of aandelen behalen. Door die werkwijze heeft de Hoge Raad een streep gezet. Mensen die een groot deel van hun vermogen op hun spaarrekening laten staan ondervinden onevenredig nadeel van de werkwijze van de fiscus, oordeelde de hoogste rechtsprekende instantie in Nederland.

Staatssecretaris Van Rij is wettelijk verplicht aan het eind van deze week kenbaar te maken op welke manier hij gevolg geeft aan de rechterlijke uitspraak. Zijn eerste reactie op het vonnis wil Van Rij zo minimaal mogelijk houden, schrijft hij aan de Kamer. Dat komt omdat er nog belangrijke knopen moeten worden doorgehakt. Over enkele maanden, bij de voorjaarsbesluitvorming, is het kabinet eruit, schat de staatssecretaris in.

Welke groep burgers uiteindelijk compensatie zal worden geboden is een van de te nemen besluiten. Daarover zal Van Rij ook grondig met de Kamer van gedachten wisselen tijdens het debat. De uitspraak van de Hoge Raad heeft directe consequenties voor de belastingbetalers die hebben meegedaan aan de zogeheten massaal bezwaarprocedures over 2017 en 2018. In die jaren zijn er respectievelijk 68.000 en 50.000 bezwaarschriften ingediend. Ook voor de jaren 2019 en 2020 lopen er massaal bezwaarprocedures. Al deze bezwaarmakers worden gecompenseerd.

Niet-bezwaarmakers

Het blijft vooralsnog de vraag of ook belastingbetalers worden gecompenseerd die geen bezwaar hebben gemaakt. Hun belastingaangifte is inmiddels definitief vastgesteld. Desalniettemin kan iedere belastingbetaler, nadat de termijn om bezwaar te maken is verstreken, de fiscus vragen de aanslag te verminderen. Dat heet in vaktermen ambtshalve vermindering. De staatssecretaris concludeert uit een advies dat hij heeft ingewonnen bij de landsadvocaat dat het „juridisch houdbaar” is om verzoeken om ambtshalve vermindering in deze kwestie af te wijzen. Tegelijkertijd benadrukt Van Rij dat hij de optie open wil houden dat burgers die geen bezwaar hebben gemaakt ook in aanmerking kunnen komen voor compensatie. De staatssecretaris zegt dus geen ja en geen nee.

Alleen al vanwege de vele tienduizenden bezwaarmakers staat de Belastingdienst voor een „enorme hersteloperatie.” Het handmatig herstellen van de aangiftes is geen optie. Daarom zoekt Van Rij nog naar een oplossing om de hersteloperatie zoveel mogelijk geautomatiseerd te laten verlopen.

Echter, ict-systemen hebben ook zo hun beperkingen, waarschuwt de staatssecretaris de Tweede Kamer alvast. Al voordat deze hersteloperatie in beeld was, kampte de Belastingdienst met een „lastige ict-opgave.” Van Rij: „Tezamen met de uitdagingen die de Belastingdienst reeds heeft vanwege een overvol portfolio, betekent dat een enorme klus.”

Ten slotte moet Van Rij aan de slag met noodwetgeving die van kracht zal zijn tot op het moment waarop de Belastingdienst in staat is vermogen te belasten op basis van het daadwerkelijk behaalde rendement. Dat is op z’n vroegst in 2025. Ook hier weer een dilemma: hoe meer energie de hersteloperatie en noodwetgeving opslokt, des te meer vertraging een toekomstbestendige spaartaks oploopt.

Meer over
Belasting

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer