De man had brand gesticht op drie plekken bij de dierenverblijven. Daardoor kwamen acht impala’s en twee koedoes in de vlammen om. Buitenverblijven van andere dieren werden verwoest en een nest van een pinguïn werd zodanig verstoord dat het kuiken dat niet overleefde. De rechtbank: „Het had grote impact op het personeel, dat ze dieren die ze al jaren verzorgden in erbarmelijke omstandigheden aantroffen na de brand.”

De man pleegde zijn daad gedurende een manische episode. Zelf zei hij daarover: „Ik was ontevreden over alle mensen die er zijn. Ik wilde één worden met de dieren, één met de natuur. Ik kwam oog in oog met de jachtluipaarden. Ik voelde toen dat ik iets moest doen, omdat ze gevangen waren.” Toen de dieren door de brand niet konden vluchten, maar juist gevaar liepen, kwam hij bij zinnen. Hij gooide toen een ruit in bij het restaurant van het dierenpark, in de hoop dat de brandweer zou komen. Omdat hij op dat moment weer bij zijn positieven was, kreeg hij voor de vernieling nog wel een straf: zes weken voorwaardelijk cel.

De man werd al behandeld bij de ggz en krijg verplichte medicatie. Die behandeling gaat door de maatregel die de rechtbank oplegde ook gewoon door.