Dat meldt het Vlaamse persbureau Kerknet.

De tempeliers ontstonden bij het begin van de kruisvaarten en zorgden vooral voor de bescherming van de bedevaartgangers naar het Heilige Land. In hun brief vragen de Britse tempeliers een spijtbetuiging van het Vaticaan voor de vervolging van de ridders en de marteling en dood van verschillend leiders tijdens het pontificaat van paus Clemens V in de veertiende eeuw. Door de eeuwen heen bouwden ze, met de steun van de Heilige Stoel en ettelijke Europese vorstenhuizen, voldoende macht en aanzien op om alle heersers, met uitzondering van de paus, te weerstaan. Dat werd uiteindelijk ook hun ondergang. Die kwam toen de Franse koning Filips IV geld nodig had voor zijn oorlog tegen Engeland.

Met de steun van paus Clemens V trad de koning op vrijdag 13 oktober 1307 genadeloos op tegen de tempeliers, die vrijwel zonder uitzondering voor ketterij vervolgd werden. Meer dan 2000 tempeliers werden aangehouden en gedwongen valse bekentenissen af te leggen over homoseksualiteit, het spuwen en vertrappen van het kruis of het aanbidden van de duivel. Op die manier kon de Franse koning hun bezittingen aanslaan. In 1314 werd de laatste grootmeester van de tempeliers, Jacques de Molay, levend verbrand. Een deel van de tempeliers slaagde erin naar andere delen van Europa te vluchten.