Britten keuren uitlevering techondernemer Lynch aan VS goed
Het Verenigd Koninkrijk heeft ingestemd met de uitlevering van de controversiële techondernemer Mike Lynch aan de Verenigde Staten. Lynch wordt ervan verdacht valse informatie te hebben gegeven over waarde van zijn databedrijf Autonomy voordat hij de onderneming aan Hewlett Packard verkocht.
De Amerikaanse autoriteiten dringen al langer aan op zijn uitlevering omdat ze hem willen vervolgen wegens boekhoudfraude. Een rechter in Londen oordeelde afgelopen zomer al dat de Britten hem naar de VS kunnen laten gaan. Lynch gaf zich begin 2020 zelf aan bij de Britse politie na een arrestatiebevel tegen hem. De beslissing van de Britse regering wil niet automatisch zeggen dat Lynch snel op het vliegtuig wordt gezet. Hij kan nog in beroep tegen de beslissing.
Hardware- en softwarebedrijf Hewlett Packard nam het Britse Autonomy van oprichter Lynch in augustus 2011 voor circa 11 miljard dollar over, maar moest in het najaar van 2012 een afschrijving doen van bijna 9 miljard dollar op het aangekochte onderdeel. Volgens het Amerikaanse concern had Autonomy met de boeken geknoeid om zo een aantrekkelijke overnameprooi te lijken. Meer dan 5 miljard dollar van de afschrijving zou te maken hebben met boekhoudfraude.
Hewlett Packard, dat zich in 2015 opsplitste in twee afzonderlijke bedrijven, eiste 5 miljard dollar aan schadevergoedingen wegens het schandaal. Justitie in de VS heeft Lynch aangeklaagd wegens verschillende soorten fraude en criminele samenzwering.