Hogere overlevingskans bij nieuwe behandeling alvleesklierkanker
Patiënten met alvleesklierkanker die eerst chemotherapie en bestraling krijgen voor hun operatie hebben een drie keer hogere kans om na vijf jaar nog in leven te zijn dan patiënten die ná de operatie chemotherapie ontvangen. Een nieuwe Nederlandse studie in het wetenschappelijke tijdschrift Journal of Clinical Oncology toont aan dat de kans dat de kankerpatiënt na vijf jaar nog leeft van 6,5 procent steeg naar 20,5 procent als deze eerst chemo en bestraling kreeg.
Patiënten met alvleesklierkanker krijgen een intensieve behandeling, met een operatie en daarna een half jaar chemotherapie. Tussen 2013 en 2017 deden 246 patiënten uit Nederlandse ziekenhuizen mee aan het onderzoek. Via loting werd bepaald of zij de standaardbehandeling ontvingen of de behandeling met chemotherapie en bestraling voorafgaand aan de operatie. Nog steeds was de tumor in beide groepen niet altijd operatief te verwijderen, of kwam de ziekte terug na operatie. Op de lange termijn was er echter wel een belangrijk verschil in overlevingskans.
Zestien Nederlandse ziekenhuizen deden mee aan het onderzoek, allemaal gespecialiseerd in de behandeling van alvleesklierkanker. Een van de hoofdonderzoekers en oncoloog bij het Amsterdam UMC Geertjan van Tienhoven zegt verheugd te zijn met de vrijdag gepubliceerde resultaten. Daarnaast doet hij, met de Dutch Pancreatic Cancer Group, vervolgstudies naar het verbeteren van de overlevingskansen bij alvleesklierkanker.
Alvleesklierkanker is een moeilijk te behandelen kanker. Vaak wordt de ziekte te laat vastgesteld, waardoor genezing niet meer mogelijk is. In de afgelopen jaren is er relatief weinig verbeterd aan de overlevingskansen voor mensen met alvleesklierkanker.