Kaag: nog geen noodzaak tot bezuinigen om ‘tegenvaller’ EU-fonds
Dat Nederland waarschijnlijk minder geld krijgt uit het Europese coronaherstelfonds dan verwacht, wil niet meteen zeggen dat het kabinet de hand op de knip moet houden. Pas bij de vaststelling van de Voorjaarsnota eind mei wordt bekeken wat de consequenties zijn, zegt minister Sigrid Kaag (Financiën).
Kaag meldde donderdag aan de Tweede Kamer dat Nederland waarschijnlijk geen aanspraak kan maken op de volledige 6 miljard euro die in Brussel klaarligt voor herstel na de coronacrisis, maar op ‘slechts’ 4,7 miljard euro. Dat komt doordat de economie minder hard geraakt is dan eerder werd gevreesd.
Van een tegenvaller wil Kaag niet spreken. „Het belangrijkste nieuws is dat we het beter hebben gedaan dan we eerst hadden verwacht op economisch vlak. Dan is dit een gevolg. Je kan niet een subsidie krijgen als je het eigenlijk relatief goed hebt gedaan.”
Wel erkent de minister dat het kabinet gerekend had op 6 miljard euro, en daar ook al een bestemming voor had. „Nu is het iets minder.” Maar van bezuinigingen is „nog helemaal geen sprake”, zegt zij. „In het voorjaar kijken wij hoe we ervoor staan.”
Kaag verwacht in april plannen voor de besteding van het EU-geld met de Kamer te kunnen delen. Haar ambtenaren en voorganger Wopke Hoekstra hebben volgens haar „al veel voorwerk gedaan”. De prioriteit zal liggen bij investeringen op terreinen als klimaat en digitalisering.