Meeste moeders blijven werken
Steeds meer vrouwen blijven werken na de geboorte van hun eerste kind. In 2003 bleef 90 procent aan de slag. In 1997 was dat nog 75 procent.
Wel kiezen veel moeders ervoor minder uren te gaan werken, blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maandag heeft gepubliceerd. In 2003 werkten acht van de tien jonge moeders voordat hun eerste kind werd geboren. Na de geboorte stopte 10 procent van hen met werken. Ruim de helft (56 procent) ging minder uren werken.
In 1997 koos 44 procent voor een kortere werkweek. Wel stopten toen meer vrouwen helemaal met werken. Het CBS constateert dan ook dat er vooral een verschuiving is van stoppen met werken naar minder uren gaan werken.
Kersverse vaders blijven over het algemeen even lang werken wanneer er kinderen komen. Wat dat betreft is er sinds 1997 niet veel veranderd. Toen ging 10 procent van de vaders na de geboorte van hun eerste kind minder werken of stopte helemaal met werken. In 2003 was dat 13 procent.
In bijna de helft (45 procent) van de gezinnen met minderjarige kinderen had in 2003 de ene ouder een volledige baan en de andere een deeltijdbaan. In 1997 was dat 35 procent. Het is meestal de man die voltijds werkt.
In 6 procent van de gezinnen werken beide ouders in deeltijd. Dat is tweemaal zo veel als in 1997.