Bartholomeüsnacht zette verzet tegen tirannie in gang
De Bartholomeüsnacht op 24 augustus 1572, 450 jaar geleden, was een ramp voor het Franse protestantisme. En een menselijke catastrofe die nagalmde door Europa. Beza kwam in verzet. En wij?
Op die dag en de daaropvolgende werden er in Parijs 6000 hugenoten vermoord. De stadspoorten gingen dicht. Vooraanstaande leden van de protestantse adel, zoals admiraal De Coligny, werden eruit gelicht om gedood te worden. Zij hadden zich in de Franse hoofdstad verzameld voor de bruiloft van de dochter van Catherine de Medici, de zuster van de jonge koning, Karel IX, met Hendrik van Navarre, de toekomstige koning. Lichamen werden in de Seine gesmeten. Die kleurde rood. In de weken die volgden, werd de moordpartij herhaald in steden door het hele land. Volgens berekeningen vielen er nog eens 30.000 doden.
Schokgolf
Het bloedbad veroorzaakte een schokgolf in Europa. Het gereformeerde geloof werd gereduceerd, omdat de hugenoten maar drie opties hadden. Ze konden naar het buitenland vluchten, bijvoorbeeld naar Genève. Daarnaast was er de optie om naar een veilige stad, zoals La Rochelle, Nîmes, Montauban of Sedan, te vluchten. De derde mogelijkheid was het geloof te herroepen. Helaas koos een aanzienlijk deel voor de laatste optie.
Het gebeuren verzwakte Frankrijk zowel economisch als sociaal. Met het verdwijnen van de hugenoten verdween ook effectieve oppositie tegenover de tirannieke Bourbonfamilie, van wie er vier heersten tot aan de Revolutie. Het is weleens gesuggereerd dat er, zonder de ramp, mogelijk vandaag de dag zo’n 30 miljoen protestanten in Frankrijk zouden zijn.
Een stroom aan pamfletten
De onmiddellijke tegenreactie was een stroom aan pamfletten, geïnspireerd door de monarchomachen (koningsstrijders), een groep Franse juristen. Zij werden geleid door Calvijns leerling Theodorus Beza. Hij schreef een verhandeling getiteld ”Over de rechten van overheden”, beïnvloed door John Knox. De gemeenteraad van Genève vond het stuk te gepeperd om te publiceren. Beza’s argument was dat rechten ook plichten inhouden. Als een volk niet kan bestaan zonder een koning, dan kan een koning niet heersen zonder een volk, zo redeneerde hij. Wat Beza schreef, was het tegenovergestelde van wat de titel van de verhandeling doet vermoeden. Hij betoogde voor de rechten van burgers en de plichten van hun heersers. Dat maakte de publicatie explosief.
Beza had vier punten: 1. Heersers bestaan met instemming van hun volk. 2. Koninklijk gezag is voorwaardelijk, een wettelijke band die de soeverein en het volk bindt. 3. Als dit verbond wordt verbroken, mag een koning afgezet worden. 4. De koning is dienstbaar aan zijn volk. Als het vertrouwen wordt beschaamd, is de legitimiteit van de koning verbeurd.
Scheppingsorde
De Bijbelse notie van verbond ligt ten grondslag aan al deze punten. Voor Beza is het verbond gefundeerd in Gods scheppingsorde en -structuren en herhaald in het mozaïsche verbond en de Tien Geboden. Voor de ”kapelaan van de hugenoten” was verbondsbreuk door een heerser een vorm van afgoderij. Tirannen breken volgens hem het verbond door de macht te dienen in plaats van de rechten van de inwoners. Tirannie is in Beza’s ogen de slavernij van de onderdanen, en mag worden bestreden door de vertegenwoordigers van het volk. Onrechtvaardige heersers kunnen daarom worden afgezet.
Het idee dat tirannie afgodisch is, geldt niet zomaar als een speculatie. Het wordt bevestigd door de moderne geschiedenis, waarin ideologieën steevast maskers zijn die het feit bedekken dat aan macht rechten worden ontleend. Ze geven menselijke heersers macht zonder verantwoordelijkheid.
Minderheid
Hedendaagse christenen in het Westen zijn een minderheid geworden, zoals de hugenoten dat ook waren. Sinds het begin van deze eeuw voelen we de hitte van nieuwe ideologieën.
Christenen is wijsgemaakt dat hun heersende superieuren goedwillende en neutrale mensen zijn. Maar dat zijn ze niet meer. Regeringen, politieke partijen, de ambtenarij, de rechterlijke macht, multinationals, de media, gezondheidsdiensten: allemaal promoten ze doelen die strijdig zijn met de Bijbelse waarheid. Ze dwingen woke-agenda’s af. Daarbij stellen ze steevast: we doen dit voor jullie eigen bestwil. Wat wij willen is vooruitgang. Ze gaan institutioneel gezien immoreel om met Gods wet, die we zowel in de natuur als in Gods Woord zien. Ze vieren elke mogelijke vorm van afwijking. Gods waarden zijn verbannen door de nieuwe codes van seculiere rechtvaardigheid. De grote kerken zijn verrassend genoeg ”nuttige dommeriken” gebleken in al die woke-thema’s, bijvoorbeeld als het gaat om klimaatneutraliteit en gender.
Kan het zijn dat Beza een punt had? Zijn onze hedendaagse heersers geen afgodische verbondsbrekers? Waarom zouden we steevast buigen voor deze blinde leiders die de blinden leiden? Zijn we, als discipelen van Christus, niet geroepen om God meer te dienen dan de mens? Is het geen tijd om wakker te worden, als protestanten, en ons af te scheiden van de geest van deze eeuw?
De auteur is emeritus hoogleraar aan de Faculté Jean Calvin, een gereformeerd theologisch instituut in Aix de Provence, Frankrijk. Dit artikel is een verkorte weergave van een lezing op de Westminster Ministers Conferentie in december 2021.