Binnenland

Raadsman: eisers oorlogsgeld voelen zich tweederangs slachtoffers

Overlevenden van de oorlog met Japan en hun nabestaanden voelen zich vaak „tweede-, misschien wel derderangs oorlogsslachtoffers”. Dat zei een van de raadslieden van de Stichting Japanse Ereschulden (JES), een belangenorganisatie van slachtoffers die nu met vijftien individuen voor de rechtbank in Den Haag een vergoeding eist van de Staat voor de in de jaren veertig geleden oorlogsschade. Nederland zou dat geld in hun visie moeten opbrengen omdat ons land Japan de schade liet afkopen, zonder dat de slachtoffers zelf daar veel wijzer van werden.

ANP
24 January 2022 10:43Gewijzigd op 24 January 2022 16:13

Dat gebeurde in twee verdragen, het Vredesverdrag van San Francisco uit 1951 en het Stikker-Yoshida Protocol uit 1956. De Nederlandse Staat moet er in de ogen van de stichting daarom zelf voor opdraaien. Volgens een JES-raadsman heeft een aantal van de overlevenden ooit wel een „fooi” gehad, maar die stond niet in verhouding tot wat er voor de slachtoffers van de oorlog in het Europese deel van het koninkrijk is geregeld. Er is sprake van „ongelijke behandeling”.

Verwijzend naar andere landen die verschillende groepen getroffen burgers compenseerden, eisten de raadslieden van JES dat Nederland „in het gat” springt, zeker nu de financiële staat van ons land volgens hen „veel mogelijk maakt”. De oorlogsmisdaden van de Japanners kunnen niet ongedaan worden gemaakt, genoemd verdrag en protocol evenmin, maar de vermeende achterstelling van de slachtoffers van de oorlog met Japan wel. De advocaten voerden tal van gronden aan waarop in hun ogen individuele vorderingen, ondanks genoemd verdrag en protocol, kunnen worden gebaseerd.

De Staat stelde „het leed niet ter discussie”, maar vindt dat de eisen moeten worden afgewezen. Nederland kon volgens de landsadvocaten in alle redelijkheid genoemd verdrag met Japan sluiten in het algemeen belang, net zoals tientallen andere geallieerde landen hebben gedaan. Daarbij telde dat Japan weer tot de internationale gemeenschap werd toegelaten, iets wat onmisbaar werd geacht voor de stabiliteit in de wereld. In het dwingen van het toen bankroete Japan tot herstelbetalingen werd ook geen heil gezien, met name omdat daar na de Eerste Wereldoorlog slechte ervaringen mee werden opgedaan toen Duitsland daartoe werd gedwongen.

Het Stikker-Yoshida Protocol enkele jaren later was nog een extra overeenkomst tussen Japen en Nederland en daarbij kwam de voormalige vijand met 10 miljoen Amerikaanse dollars voor de Nederlandse slachtoffers over de brug. De Staat heeft volgens de raadslieden verder wel degelijk verscheidene regelingen getroffen om het leed te verzachten, zoals diverse uitkeringen, maar volledige schadevergoeding kon niet worden beoogd. Ook bij de slachtoffers van de oorlog met Duitsland was dat niet het geval, aldus de landsadvocaten.

De rechtbank doet uitspraak op 20 april om 10.00 uur.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer