CBS: Toename aantal studenten blijft achter
Het aantal jongeren dat in Nederland hoger onderwijs volgt, is tussen 1997 en 2002 met 9 procent toegenomen. Daarmee blijft Nederland ruim achter bij een aantal andere Europese landen.
Dat blijkt uit maandag verschenen cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In het Verenigd Koninkrijk was de groei tussen 1995 en 2002 24 procent en in Ierland zelfs 37 procent. Ook in Denemarken en Spanje was de groei forser dan in Nederland.
Het aantal studenten hangt onder meer af van het aantal jongeren van 18 tot 24 jaar. In vrijwel alle landen was die groep in 2002 kleiner dan in 1995. Dat heeft een negatief effect op het aantal studenten. Zonder dat effect zou het aantal studenten in Nederland met 22 procent zijn toegenomen. De extreme groei van het aantal studenten in Ierland schrijft het CBS toe aan de grotere aantallen jonge twintigers. Daarmee vormt het land een uitzondering in de westerse wereld.
In de Verenigde Staten, België en Spanje hadden in 2002 bijna vier van de tien 25– tot 34–jarigen een diploma hoger onderwijs. Ook Frankrijk en Ierland scoorden hoog. Nederland behoorde tot de middenmoters: ruim een kwart (28 procent) had een hogere opleiding voltooid.
In veel landen hebben veel jongeren hoger onderwijs gevolgd van twee á drie jaar. Dit zijn korte beroepsgerichte opleidingen. In België gold dit bijvoorbeeld voor 20 procent. In Nederland had echter maar zo’n 2 procent van de 25– tot 34–jarigen een korte hbo–opleiding afgerond. Uitgaand van hoger onderwijs van vier jaar of langer behoort Nederland tot de landen met het hoogste aandeel hoger opgeleiden.